Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-06-2022

Afsluiter

betekenis & definitie

dient om pijpleidingen, reservoirs, ketels enz. af te sluiten. De constructie van de afsluiter hangt in hoofdzaak af van de vloeistoffen, gassen of dampen, die zich in de af te sluiten ruimte bevinden, alsmede van de temperatuur en de druk daarvan.

De gewone rechte afsluiter voor pijpleidingen, die echter ook aan reservoirs en ketels verbonden kan worden, bestaat uit een huis van twee evenwijdige flenzen voorzien. In dit huis is een tussenschot aanwezig, waarin een ronde opening. Deze opening wordt door de klep afgesloten. Dit kan op verschillende wijzen geschieden bijv. doordat de kegelvormige kleprand direct op de rand van de ronde opening afdicht, of ook dat in de ronde opening een aparte, uit speciaal afdichtingsmetaal (brons of nikkelbrons) vervaardigde klepzitting of bedding is geschroefd, terwijl in de klep een afdichtingsring is geperst uit hetzelfde materiaal. Ook kan aan de klep een uitwisselbare dichtingsring bevestigd zijn, die na slijtage door een nieuwe wordt vervangen. Bij grotere doorlaat openingen bevinden zich onder aan de klep vier vleugels, die er voor zorgen, dat de klep bij het sluiten steeds gecentreerd op de bedding terechtkomt. — De klep wordt omhoog of omlaag bewogen door de spil of stang en is daaraan zodanig verbonden, dat zij bij het neerkomen op de bedding niet kan meedraaien. Op de stang bevindt zich vierkante of trapeziumvormige schroefdraad, die in de draadbus loopt. Aan de stang is voorts een handwiel bevestigd om haar te kunnen draaien. De constructie met buitenliggende draad voorkomt dat de schroefdraad aan de corroderende invloed van vloeistof, gas of damp wordt blootgesteld. Op de plaats, waar de stang door het bovenstuk resp. door het deksel gevoerd wordt, bevindt zich de pakking- of stopbus, die het langs de stang weglekken van vloeistof of gas verhindert. De hennep, asbest of metallieke pakking, die deze pakkingbus bevat wordt door de gland aangedrukt.

Behalve rechte afsluiters met evenwijdige flenzen kent men nog: haakse-, hoek-, drieweg- en kruisafsluiters.

Voor zeer grote leidingdiameters, doch ook voor normale diameters bij hoge temperaturen en drukken, voldoen de bovenomschreven klepafsluiters om verschillende redenen niet meer en gebruikt men resp. de schuif- en de parallelschuifafsluiter. De schuifafsluiter heeft tapse klep en beddingen, waarin weer bronzen of nikkel-bronzen dichtingsringen bevestigd zijn. Door het naar beneden draaien der klep, klemt deze zichzelf tussen de beddingen vast en sluit zodoende de doorlaatopeningen. De schroefdraad kan weer buiten of binnen het huis liggen, in het eerste geval vormt de klep zelf de moer.

4). Hier drukt de stoom de ene klephelft tegen de zuiver parallel bewerkte bedding, waardoor deze afdicht. Schuifafsluiters kenmerken zich door een zeer laag drukverlies, zelfs bij hoge stoomsnelheden, hetgeen met geen andere constructie bereikt kan worden. Voor speciale doeleinden worden nog een zeer groot aantal onderling verschillende constructies gebezigd, de bovengenoemde zijn echter de belangrijkste.

PROF. P. MEYER.

< >