Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

ASBEST

betekenis & definitie

(Gr. asbeston, onblusbaar, onvergankelijk = amiant) bestaat uit de buigzame vezel van twee mineralen, amphibool en serpentijn. Van de talrijke amphiboolsoorten soorten zijn het de aluminium vrije mineralen tremoliet [Si4O11]2Mg5Ca2(OH,F)2 en aktinoliet [Si4O11]2(Mg,Fe)5Ca2(OH,F)2, die soms asbest opleveren.

De met behulp van Röntgenstralen vastgestelde structuur der amphibolen leert, dat deze uit een zeer groot aantal evenwijdig aan de c-as gerichte ketens van SiO4-tetraëders bestaan. Deze ketens zijn in haar lengterichting sterk door electrostatische krachten gebonden, terwijl de krachten die deze ketens zijdelings met elkaar verbinden veel zwakker zijn, hetgeen tot gevolg heeft, dat de amphibolen evenwijdig aan de c-as goed splijtbaar zijn volgens twee stellen van evenwijdige vlakken, die onderling een hoek van 1200 vormen. Zij behoren tot de groep der vezelsplijters onder de silikaten. Tremoliet en aktiniliet vertonen deze splijtbaarheid in sommige variëteiten in zulk een hoge graad van volmaaktheid, dat de vezels met de handen uit elkaar geplozen kunnen worden. Aangezien deze vezels buigzaam zijn, kunnen zij als textielvezels verwerkt worden. Van de serpentijnsoorten is het de chrysotiel of vezelasbest [Si4O11]Mg6(OH)6.H2O, die een soortgelijke structuur bezit met oneindige ketens van SiO4-tetraëders. Chrysotiel-asbest is beter tegen hitte bestand en laat zich gemakkelijker tot textiel-producten verwerken dan amphibool-asbest.Het vezelige mineraal asbest wordt in de textiel- en papierindustrieën voor speciale doeleinden verwerkt, inzonderheid in die gevallen, waarbij onbrandbaarheid van het materiaal een eerste vereiste is, zoals voor bedrijfskleding (bijv. voorschoten en handschoenen voor fabrieksarbeiders in metaal- en chemische industrieën en voor brandweerpersoneel); voor toneelaankleding; voor onbrandbaar isolatiemateriaal (bijv. voor stoomleidingen, pakkingen). Bovendien vindt asbest in de vorm van losse vezels, papier of garen toepassing in de electrische industrie wegens zijn uitstekende isolerende eigenschappen, terwijl het ook veel voor warmte-isolatie wordt gebruikt (asbest-papier, -vilt, bouwplaat: eterniet). Niet alle asbestsoorten zijn voor genoemde doeleinden even geschikt; het beste asbest voor textielgrondstof vormen de langvezelige soorten.

De grootste producenten zijn Canada, de V.S. en Zuid-Afrika.

Het verspinnen van asbest is zeer lastig door de brosheid van de vezel. Een veel gebruikte methode is de asbestvezels te mengen met katoen, welke laatste er na het spinnen door verbranding weer uit verwijderd wordt, zodat een zuiver asbestgaren achterblijft. In de allerlaatste tijd schijnt men er in Amerika in geslaagd te zijn asbest alleen te verspinnen door aan de vezels kunsthars als bindmiddel toe te voegen. De verwerking geschiedt als volgt: het mineraal (ruwe asbest) wordt gekneusd en gebroken, waarna de vezels in speciale apparaten van steenresten, stof en de onbruikbare vezels gescheiden worden. De verdere verspinning geschiedt na een kaardproces op speciale machines, die gelijken op de machines die bij de katoenafval-spinnerij worden gebruikt.

De grootste producenten van asbestgarens zijn Amerika en Duitsland.

Asbestweefsels zijn doorgaans zeer grof en hebben een ruw („harig”) uiterlijk. Voor de papierfabricage worden de asbestvezels in een hollander gemalen met water en een bindmiddel en op een papierbaan gedroogd; vaak wordt ter verbetering van de kleur nog kaolien (China clay) toegevoegd. De bereiding van bouwplaat (eterniet) uit asbest geschiedt analoog (mengen-malen-plaatvormen-drogen). Het herkennen van asbest in textielmateriaal, in papier enz. berust op de absolute onbrandbaarheid van het asbest.

PROF. DR B. G. ESCHER

DR A. D. J. MEEUSE

Asbestcement of eterniet komt in de handel voor als dunne platen. Bestanddelen zijn asbestvezels en cement. Het is onbrandbaar. In weke toestand laat het zich in vormen buigen. Het wordt toegepast voor rook- en ventilatiekanalen in de vorm van buizen. In plaatvorm wordt het als bekleding gebruikt, terwijl er ook dakleien van gemaakt worden.

< >