is een onbeperkt doorgetelde reeks van jaren of van groepen van jaren, gerekend van een bepaald nulpunt uit, dat de epocha der aera heet. Over de afleiding van het woord aera is vee! geschreven; waarschijnlijk is het afkomstig van aes, koper en algemener: geld (voor belasting).
In de Oudheid kende men geen aera’s; in inscripties en documenten, die van de Babyloniërs, Egyptenaren, Grieken en Romeinen tot ons zijn gekomen, worden de jaren aangeduid door regeringsjaren van vorsten, ambtsjaren van archonten of consuls e.d. Bij de Hindoes daarentegen en bij de Maja’s in Yucatan treft men oude, doorlopende tellingen aan; de laatsten rekenden zelfs naar dagen, maar helaas kennen wij de epocha ervan niet met zekerheid. De telling naar regeringsjaren geeft uiteraard tot grote onzekerheid aanleiding. De oudste aera, die voor inscripties is gebruikt en wel in de laat-Babylonische tijd (sedert de 3de eeuw v. Chr.) is de aera der Seleuciden. Zij komt ook voor in de Almagest van Ptolemaeus (130 n. Chr.) en is later bij verschillende Oosterse volkeren (o.a. bij de Moslims en bij de Joden — hier tot de tijd van Maimonides toe) onder verschillende benamingen (Aera sedert Alexander; Griekse-, Syromacedonische Aera; Aera der contracten) in gebruik gebleven. Haar epocha is een niet stellig bekende gebeurtenis uit de strijd der Diadochen en komt overeen met 1 Oct. 311 v. Chr. Een andere aera, die in de Almagest voorkomt, is de Aera van Nabonassar, die in hoofdzaak voor astronomische doeleinden in gebruik is gekomen. Haar epocha laat zich vaststellen als 26 Febr. 746 v. Chr.Bekende aera’s, die aanvankelijk alleen in geschiedwerken zijn gebruikt, zijn de telling naar Olympiaden en de Jaren sedert de Stichting der Stad (Rome). De telling naar Olympiaden komt bij de chronographen van de laat-Griekse tijd voor in allerlei varianten; haar epocha is het jaar 775 v. Chr. De jaren ab urbe condita treft men het eerst aan bij den historicus Varro (42 v. Chr.); als men zijn uitkomsten aan de huidige tijdtelling aanpast, zou Rome gesticht zijn op 21 Apr. 752 v. Chr. In de Middeleeuwen gebruikte men deze telling nog veel; als epocha diende dan 1 Jan. 753 v. Chr. Daarneven bestond reeds in de Romeinse keizerstijd de Capitolijnse aera; de opsteller hiervan was tot de slotsom gekomen, dat Rome één jaar later moest zijn gesticht.
De tot dusver genoemde aera’s zijn zuiver historische; sedert het einde der 3de eeuw n. Chr. vindt men evenwel in Egypte een aera in gebruik, die ook aan technisch-chronologische doeleinden was aangepast, daar de jaren ervan bij deling door resp. 19 en 28 resten heten, waaruit het mogelijk was de datum van het Paasfeest te berekenen. Deze was de Aera van Diocletianus, waarvan dé epocha 29 Aug. 284 is. Daar keizer Diocletianus de Christenen heeft doen vervolgen, is de aera in later tijden die der Martelaren genoemd; zij heet nog zo bij de Abessijnse Christenen.
Op voorstel van een pauselijk archivaris uit de 6de eeuw, Dionysius Exiguus, van Scytische herkomst, heeft de Diocletiaanse aera plaats gemaakt voor de Christelijke aera (anni domini, jaren sedert de incarnatie of vleeswording van Jezus Christus), welker jaartallen op geheel dezelfde wijze voor de berekening van de Paasdatum dienstbaar zijn.
Daarom dan ook heette het eerste jaar van de Paastabel van Dionysius 532 (= 19 X 28). Omtrent de juiste dag, waarop Jezus is geboren, heeft zij ons derhalve niets te zeggen. De jaren dezer jaartelling worden thans over de gehele wereld gebruikt; vóór het jaar 800 treft men ze slechts bij grote uitzondering aan. De grote promotor van de Christelijke jaartelling is een geleerd Engels monnik uit de 8ste eeuw geweest: Beda Venerabilis. De Grieks-katholieke kerk bezigt haar slechts sedert 1700.
Veel later is men pas begonnen om in historiewerken ook jaren voor Christus te gaan tellen; hoe moeilijk men het begrip negatieve getallen heeft gevonden, blijkt wel hieruit, dat in de nog steeds gebruikelijke wijze om de jaren vóór het begin onzer jaartelling aan te geven, veelal nog het eerste jaar daarvoor als 1 v. Chr. wordt aangeduid, m.a.w. dat het jaar o wordt overgeslagen. Het jaar 2 v. Chr. is het jaar —1, enz. Men vindt in de literatuur de telling naar jaren v. Chr. slechts bij grote uitzondering vóór 1650; die naar negatieve jaren pas in de 19de eeuw.
Talrijk zijn daarentegen de tellingen naar jaren sedert de Schepping der Wereld, die voor alle historische rekeningen het gebruik van negatieve getallen overbodig maken. De uitkomsten, waartoe verschillende historici gekomen zijn liggen in de uitersten ruim 3000 jaren uiteen. Van betekenis voor de chronologie zijn bijv. geweest de Byzantijnse Aera, die van het Chronicon paschale en die van latere geleerden als bijv. Usserius of Henry Usher (17de eeuw). Nog in gebruik is de Joodse aera sedert de Schepping van de Wereld-, de epocha daarvan (6 Oct. 11 uur 11 y3 min. n.m. -3760) komt niet overeen met het door hen berekende tijdstip der schepping (21 Sept. -3759), ook weer doordat de Joodse aera een chronologische aera is.
Dit zelfde geldt voor de Aera der Moslims of Hidschra, waarvan de epocha 15 of 16 Juli 622 is, terwijl de eigenlijke vlucht van Mohammed van Mekka naar Medina pas 67 dagen daarna heeft plaats gehad.
Het is waarschijnlijk, dat ook de Spaanse Aera, die in Spanje en nabijliggende streken sedert ongeveer 500 in gebruik is geweest en nog duizend jaar daarna niet geheel door de Christelijke aera was verdrongen, een technisch chronologische aera is geweest. Haar epocha is 1 Jan. -38.
Geheel willekeurig is daarentegen de epocha der Republikeinse Aera, 22 Sept. 1792, datum der uitroeping van de eerste Franse Republiek; dat op die zelfde dag de zon in de Weegschaal gekomen was is de oorzaak der bepaling, dat de jaren van deze aera moesten geteld worden van de dag, waarop naar astronomische bepaling, de herfst begon.
Voor bijzonderheden en niet-vermelde aera’s, inzonderheid voor die, waarnaar in Indische kalenders wordt geteld, z kalender, literatuur.
PROF. DR W. E. VAN WIJK