Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

Adriaan Justus ENSCHEDÉ

betekenis & definitie

Nederlands historicus (Haarlem 20 Juni 1829 - 19 Mrt 1896), bracht een deel van zijn jeugd in Frankrijk door. Teruggekeerd werd hij in 1848 als student in de rechten ingeschreven te Leiden, waar hij in 1852 promoveerde.

In laatstgenoemd jaar werd hij deelgenoot van de oude firma Joh. Enschedé & Zonen te Haarlem. De lettergieterij en drukkerij hadden er zijn bijzondere aandacht. In 1857 werd hij tevens archivaris van Haarlem, welk ambt hij tot zijn dood bekleedde. Daarnaast was hij sinds 1874 ook belast met het beheer van de stadsbibliotheek. Ook zijn werkzaamheden als bestuurder van de vereniging Rembrandt, van het Museum van Kunstnijverheid te Haarlem en van het stedelijk Museum aldaar, tot de stichting waarvan hij de krachtigste stoot had gegeven, behoren niet onvermeld te blijven. Hij behoorde mede tot de redactie van het Bulletin, uitgegeven door de „Commission d’histoire des églises wallones”, waarin hij tal van bijdragen plaatste. Mr A. J. Enschedé was een der oprichters van de vereniging van Archivarissen in Nederland.A. VAN DER POEST CLEMENT

Bibl.: Het archief der stad Haarlem (Haarlem 1865-1866); Inventaris v. h. arch. der stad Haarlem (3 dln, Haarlem 18661867); Verslag v. d. gesch. e. d. eigendom v. h. St Elizabeth’s of Groote Gasthuis (1860); Verslag over de gesch. e. d. eigendom van eenige godshuizen (1861); Catalogue du cabinet de monnaies (met J. P. Six, 1863); ,,De blijde incompste van Vrouw Margriete van Yorck, trouwende met Hertoghe Carel van Bourgondien— (enz.), Anno 1468” (uitgave in de Kroniek v. h. Hist. Genootsch., 1866); Notice sur les anciens caractères de la Maison Jean Enschedé et Fils k Harlem (1867); Specimen de caractères typographiques anc. qui se trouvent dans la collection typogr. de Joh. Enschedé et Fils, imprimeurs k Harlem (1867); Levensschets van mr Johannes Enschedé (1867); bijdragen in F. Allan, Gesch. en beschrijving v. Haarlem (1871-1882); Der Stede Kuerboec van Haerlem (1878).

Lit.: G. J. Gonnet, In Memoriam Mr Adr. J. E. (Ned. Arcliievenbl. 1895/1896, blz. 81-91).

< >