Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-06-2022

Adolf van egmond

betekenis & definitie

hertog van Gelre en graaf van Zutphen (1473-1477), (1438 - 27 Juni 1477), zoon van Arnold, hertog van Gelre enz. en Catharina van Kleef, trad te zamen met zijn moeder in 1456 in verbinding met zijn oudoom Philips den Goede van Bourgondië, die destijds het Oversticht trachtte te dwingen tot het aanvaarden van zijn bastaardzoon bisschop David als landsheer, terwijl hertog Arnold aan de zijde van het weerstrevende Oversticht stond. Hertog Philips ried de vier Gelderse hoofdsteden den jongen Adolf als ruwaard aan te nemen in de plaats van zijn vader.

De zoon vond steun bij het Kwartier van Nijmegen en de stad Venlo in het Overkwartier, alwaar hij door zijn vader belegerd werd. Bij het Batenburgse verdrag kwam een verzoening tot stand (1459), welke niet duurzaam bleek. Na een pelgrimstocht naar het Heilige Land huwde Adolf in 1464. Catharina van Bourbon (gest. 21 Mei 1469), een nicht van Philips den Goede. De 9de Jan. van het volgende jaar nam hij met goedvinden van de Kwartieren van Nijmegen, Zutphen en Arnhem in eigen persoon zijn vader gevangen, waarna deze laatste in gevangenschap te Buren afstand van de regering deed. Adolf kwam hierdoor in strijd met zijn oom Willem van Egmond en diens zoon en met hertog Johan van Kleef. Ook Karel de Stoute begon, nadat hij in 1467 zijn vader opgevolgd was, zich tegen Adolf te keren. Geruggesteund door den Paus, die hem verzocht had Arnold in bescherming te nemen, riep hij Adolf ter verantwoording te Hesdin en liet hem tenslotte gevangen nemen (1471). Adolf bleef tot aan Karels dood in gevangenschap te Rijssel en te Kortrijk en werd toen door de Vlamingen, die tegen Maria, de dochter van Karel den Stoute, in verzet kwamen, bevrijd. De Gelderse Landdag wilde hem weder als hertog inhalen, maar vóór zulks kon geschieden sneuvelde Adolf aan het hoofd van een Vlaams leger voor Doornik.Lit.: J. S. van Veen, De laatste Regeeringsjaren van Hertog Arnold (1456-1465), (Arnhem 1920).

< >