betekent „aangenomen”. Het is een ander woord voor een orderbriefje, waarin de ondertekenaar aanneemt en onvoorwaardelijk belooft te bepaalder tijd en plaats aan iemand of diens order een som geld te betalen.
Het wordt in het Nederlands W.v.K. geregeld in de artt. 174-177. Zie F. G. Scheltema, Wissel- en chequerecht, 3de druk, blz. 396-407.Ook de verklaring, die de betrokkene op de wissel plaatst om te kennen te geven, dat hij de wissel „accepteert”, d.w.z. de daarin aan hem gegeven betalingsopdracht aanvaardt, wordt wel eens accept genoemd; doch meestal spreekt men dan van „acceptatie”. Deze wordt uitgedrukt door het woord „geaccepteerd” of iets dergelijks en de handtekening van den betrokkene; doch diens enkele handtekening op de voorzijde van de wissel geldt ook als acceptatie (art. 124 W.v.K.). Wanneer een wissel betaalbaar is een zekere tijd na zicht of wanneer hij krachtens een uitdrukkelijk beding ter acceptatie moet worden aangeboden binnen een bepaalde termijn, moet de acceptatie gedagtekend zijn.
Wordt de acceptatie geweigerd, dan kan de houder protest van non-acceptatie doen opmaken (z wisselrecht), waarna hij regres kan uitoefenen op de endossanten, den trekker en de andere wisselschuldenaren: d.w.z. hij kan betaling vorderen, zelfs voor de vervaldag, onder verrekening van kosten en renten (artt. 142 en 147 W.v.K.). Dit alles tenzij de trekker de wissel „non-acceptabel” heeft verklaard, wat hij echter niet kan bepalen ten aanzien van nazichtwissels, dit zijn wissels, die betaalbaar zijn gesteld een zekere tijd na zicht, en in enige andere gevallen (art. 121 W.v.K.).
Degene, die een wissel „accepteert”, heet acceptant. Naast de gewone acceptatie kent men nog de acceptatie bij tussenkomst, die bedoelt het regres voor de vervaldag na weigering van acceptatie te voorkomen of te beperken. Zij wordt nog onderscheiden in acceptatie door een noodadres, dat tevoren is aangewezen, in welk geval zij niet kan worden geweigerd, en een acceptatie ter ere, in welk geval dit wel mogelijk is.
PROF. MR R. P. CLEVERINGA