Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

ORDERBRIEFJE

betekenis & definitie

of orderbiljet (z accept, endossement, handelspapier), ook wel promesse aan order geheten, wordt in Nederland geregeld in het W.v.K. (artt. 174-177). Deze regeling steunt op een „convention portant loi uniforme sur les lettres de change et billets à ordre”, gesloten te Genève op 7 Juni 1930 tussen een groot aantal landen en in werking getreden op 1 Jan. 1934.

De bepalingen dezer eenvormige wet werden in het W.v.K. ingelast op 1 Jan. 1934 door de wetten van 25 Juli 1932; Stbl. 405, 17 Nov. 1933, Stbl. 613, en 28 Dec. 1933, Stbl. 731 (zie K.B. van 2 Nov. 1933, Stbl. 578), nadat bij de wet van 25 Juli 1932, Stbl. 397, het genoemde verdrag was goedgekeurd. Tot dit verdrag zijn Engeland en de V.S. niet toegetreden.Op dezelfde 7de Juni 1930 werden te Genève nog twee andere verdragen gesloten- een „convention destinée a régler certains conflits de lois en matière de lettres de change et de billets a ordre” en een „convention relative au droit de timbre en matière de lettres de change et de billets à ordre”; Nederland is ook tot deze twee verdragen toegetreden met een grote reeks andere landen; zij zijn mede goedgekeurd bij de reeds genoemde wet van 25 Juli 1932, Stbl. 397, en in werking getreden op 1 Jan. 1934. Tot het eerste zijn Engeland en Amerika niet toegetreden; tot het tweede Engeland wel, Amerika niet. Dit laatste verdrag verbiedt om de geldigheid der verbintenissen uit de wissel en het orderbiljet afhankelijk te stellen van fiscale zegelbepalingen.

Lit.: F. G. Scheltema, Wissel en chèquerecht, 4de dr., bew. d. J. Wiarda (1950), blz. 2-15, 18-19, 448-4595 C. Zevenbergen, Leerb. v. h.

Ned. recht d. order- en toonderpapieren, 4de dr. (1951), blz. 257-268; W. L. P. A. Molengraaff, Leidr. bij de beoefening van het Nederlands handelsrecht I, 8ste dr. (1947), blz. 414-420.

< >