betekent het afstand doen van een bepaalde positie, maar wordt alleen gebruikt voor den Souverein die van de troon afstand doet. Voor den President van de Republiek, die tussentijds zijn ontslag neemt, wordt het woord niet gebezigd.
Abdicatie brengt mede het verlies van de positie van hoofd van de Staat en van alle daarmede samenhangende rechten. Zij kan geschieden voorwaardelijk, met name ten bate van een zoon of een ander familielid, mits deze voor de Grondwet de aangewezen opvolger is of later door de bevoegde machten in de Staat als heerser wordt bevestigd. Intussen moet worden bedacht, dat de abdicatie formeel wel vrijwillig geschiedt, maar dat zij gewoonlijk onder omstandigheden plaats heeft, die het behoud van de troon feitelijk uitsluiten. Hoezeer zij onder de druk der omstandigheden tot stand kan komen, toont het geval van Keizer Wilhelm II van Duitsland in 1918, die zelf nog over zijn afstand van de Keizerstroon in twijfel verkeerde, toen zijn abdicatie, ook als Koning van Pruisen, als een voldongen feit in de wereld werd bekendgemaakt. Speciaal de vorsten, die in hun taak een goddelijke opdracht zien, zullen het uit eigen beweging zich onttrekken aan die taak veelal niet of nauwelijks geoorloofd achten.Een voorbeeld van abdicatie is de troonsafstand van Koning Willem I in 1840, ten behoeve van zijn zoon. Bekende gevallen in het buitenland zijn, onder vele andere, die van Karel V in 1555, van Napoleon I in 1814, van Keizer Nicolaas II van Rusland in 1917 en van Koning Edward VIII van Engeland in 1936. Ook het verlies van de kroon door de Duitse vorsten in 1918 werd als regel in de vorm van een vrijwillige troonsafstand gekleed.