van poststukken geschiedt op verlangen van den afzender. Voor brieven bestaat een gewone aantekening en een aantekening met aangifte der geldswaarde (tot een maximum van ƒ 12 000,— in Nederland, fr. 100 000,— in België).
Voor het buitenland is dit maximum niet steeds hetzelfde, maar in elk geval niet meer dan dit bedrag. De afzender betaalt een vast recht voor gewone aantekening en voor die met aangegeven geldswaarde een bedrag evenredig aan de waarde van de inhoud. Recht op schadevergoeding bestaat voor verloren geraakte stukken met gewone aantekening tot een bedrag van f 25,— in Nederland, fr. 700,— in België; voor brieven met aangegeven geldswaarde ook voor de aangetekende inhoud mits de omslag zodanig beschadigd is, dat daaruit kan blijken dat ontvreemding heeft plaats gehad. Indien men geld, bank- of muntpapier, edele metalen of kostbaarheden per post verzendt, is aantekening verplicht. Postpakketten kunnen alleen worden aangetekend met aangegeven geldswaarde (maximum voor binnenland ƒ 1000,— in Nederland, fr. 100 000,— in België per pakket, voor het buitenland verschillend, maar nooit hoger dan f 1000,—). De schadevergoeding bedraagt het geleden verlies, maar niet meer dan het verzekerde bedrag. Kennisgevingen per aangetekende brief worden in Nederland voorgeschreven in artt. 3860, 438a en 1202 B.W. en 82 W.K. (z huwelijk).
