Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-06-2022

Aantrekking

betekenis & definitie

algemene (gravitatio universalis), is de werking, die alle lichamen op elkaar uitoefenen, zodat zij elkander trachten te naderen.

De aantrekkende kracht, die twee stofdeeltjes op elkaar uitoefenen, is evenredig met de hoeveelheid stof (massa) dier deeltjes en omgekeerd evenredig met het kwadraat hunner afstanden en gericht volgens de verbindingslijn (wet van Newton). Wil men dus de aantrekking van twee lichamen kennen, dan moet men de aantrekkingen van al hun kleinste deeltjes sommeren. Dit gebeurt met behulp der hogere wiskunde; deze leert o.a., dat de aantrekking van een bol zó is, alsof alle stof in het middelpunt is opgehoopt. De grootte der kracht wordt berekend uit de formule k = f( mm1/12), waarin f aangeeft de kracht in dynes, die twee eenheden van massa (1 gram), geplaatst op een afstand van i cm, op elkaar uitoefenen. Proefondervindelijk is gevonden f = 6,67 x 10-8. Uit deze kleine waarde volgt dus, dat de aantrekking alleen dan merkbaar is, als minstens een der lichamen een grote massa heeft. Zover de waarneming reikt, geldt de wet der aantrekking overal in de wereldruimte; een gevolg ervan is de beweging der planeten om de zon, der manen om de planeten enz. (z Kepler). Door de aantrekking van zon en maan op de aarde vindt hier eb en vloed plaats. De grootte der aantrekking van een lichaam door de aarde heet zijn gewicht; dit is niet overal even groot; de aarde is nl. geen zuivere bol, maar aan de polen afgeplat (z aarde); vandaar dat een voorwerp aan de polen meer weegt dan aan de equator; ook de draaiing van de aarde is de oorzaak van een gewichtsvermindering, die aan de equator het sterkst merkbaar is (centripetale kracht). Een gevoelige veerbalans wijst dit gewichtsverschil aan, een gewone balans niet.

In zijn zgn. Algemene Relativiteitstheorie komt Einstein tot een gravitatie-wet, die enigszins afwijkt van die van Newton. De uit de twee theorieën berekende verschijnselen zijn grotendeels gelijk, slechts in enkele bijzondere gevallen treedt een waarneembaar verschil op. Zulks is bijv. het geval bij de beweging van het perihelium van de baan van Mercurius. Berekend volgens Newton’s wet bleek in dit perihelium een onverklaarde beweging van ongeveer 40" per eeuw over te blijven. Een van de grote triomfen van Einstein’s theorie was dat zij deze beweging nauwkeurig verklaarde. In de relativiteitstheorie oefent een lichaam ook een aantrekking uit op lichtstralen. Dit heeft tot gevolg, dat van dicht bij de zonsrand waargenomen sterren de naar ons toekomende lichtstralen merkbaar afgebogen worden, een verschijnsel, dat bij zonsverduisteringen tot op zekere hoogte geverifieerd is.

De onderlinge aantrekking der moleculen is veel te sterk om verklaard te kunnen worden door de algemene aantrekking (z cohaesie en moleculaire krachten). Voor scheikundige aantrekking Z affiniteit; voor magnetische en electrische aantrekking z magnetisme en electriciteit. Voor aantrekkingskracht op aarde z zwaartekracht.

< >