Gepubliceerd op 24-02-2020

Zeven

betekenis & definitie

Het begrip zeven heeft 2 verschillende betekenissen:

1. zeven - ZEVEN, (zeefde, heeft gezeefd), ziften.

2. zeven - ZEVEN, telw. hoofd- of grondgetal: zes plus één : eene week heeft zeven dagen; zeven is een heilig getal; (spr,) zeven is een galgvol; de zeven wonderen der wereld, zie WONDER;
— ’t heeft de waarde van een ranggetal in: hoofdstuk zeven; zeven April; Lodewijk VII; het is van het jaar zeven;
— ZEVENEN (het telw. ZEVEN, beschouwd als een zelfst. gebruikt bn. in het meerv.), zeven personen : een gezelschap van zevenen; de raad van zevenen; zij waren met hun (voor : hen) zevenen;
— zeven deelen van hetzelfde geheel: iets in zevenen deelen;
— zeven uren : een kwartier vóór zevenen;
— zeven achtereenvolgende malen; hij deed het in zevenen.