Gepubliceerd op 06-12-2018

UITERSTE

betekenis & definitie

UITERSTE - o. (-n), tot aan de uitersten der wereld, laatste grenzen; tot het uiterste gebracht zijn, tot wanhoop, (ook) tot het laatste van zijn geduld; overdrijving: tot uitersten vervallen; van ’t eene uiterste in 't andere vallen, altijd overdrijven; de uitersten raken elkander, van de eene overdrijving in de andere geraken;

— het uiterste wagen, het laatste, het meest gewaagde;
— einde, levenseinde : hij ligt op zijn uiterste;
— (R. K.) de vier uitersten van den mensch zijn de dood, het oordeel, de hel en de hemelsche glorie.