Wat is de betekenis van Glorie?

glorie - Zelfstandignaamwoord 1. roem, luister Woordherkomst Van Latijn gloria (glorie).

glorie - zelfstandig naamwoord uitspraak: glo-rie 1. wat je een goede naam geeft, waarom je bewonderd wordt ♢ ze vierden de glorie van de overwinning 1. vergane glorie [iets wat vroeger mooi was, m...

[zie gloria] 1 roem, luister, heerlijkheid; 2 (met.) aureool (z.a.).

luister; roem

Verschijnsel dat hoofdzakelijk in de bergen of vanuit een vliegtuig gezien kan worden. Het is een, al dan niet samengestelde, krans rondom de schaduw van het vliegtuig op de wolken onder de waarnemer. Ook in vlak land kan een glorie te zien zijn, namelijk op de bovenkant van een laaghangende mistbank. Zie ook: fotometeoor

oem; werkwoord: gloriëren.

roem, luister, prag.

is, bijbels gesproken, iets dat behoort tot de levenssfeer van God. Het is de vertaling van het Latijnse gloria, van het Griekse doxa en van het Hebreeuwse kabod, dat eigenlijk zwaar, zwaarwichtig of gewichtig betekent. In de Bijbel wordt het gebruikt van mensen, bijv. van Jakob, en wel om diens bezit aan te geven, want daardoor was hij juist gewic...

s., gloarje, gloar.