Gepubliceerd op 24-02-2020

Grenzen

betekenis & definitie

Het begrip grenzen heeft 2 verschillende betekenissen:

1. grenzen - GRENZEN, (grensde, heeft gegrensd), tegenaan gelegen zijn, palen aan, belenden: hunne bezittingen grenzen aan elkaar; Nederland grenst ten Zuiden aan België;
— (fig.) dat grenst aan het ongelooflijke, is bijna ongelooflijk; zijne smart grenst aan wanhoop, komt de wanhoop nabij. GRENZING, v.

2. grenzen - GRENZEN, (grensde, heeft gegrensd), (Z. A.) huilen, grienen, inz. van kinderen gezegd.