Gepubliceerd op 22-11-2018

Positie

betekenis & definitie

Positie - v. (-s, ...tiën), stelling, plaatsing: de positie van een leger;

— (muz.) vingerzetting op eene viool: de posities op de viool zuiver hebben; inz. de tweede en verdere posities: in de posities spelen; hij moet nu aan de posities beginnen;
— staat, waardigheid: het is iem. van positie, die eene hooge betrekking bekleedt; zoo iets is beneden mijne positie;
— toestand : in eene moeilijke, lastige positie verkeeren; daardoor kwam hij in eene scheeve positie; zijne positie was daar onhoudbaar geworden; eene vrouw in (zekere) positie, die zwanger is;
— standpunt: van zijne positie gerekend;
— (rekenk.) eene valsche positie, om uit eene gefingeerde stelling tot de uitkomst te geraken;
— (dans- en schermk.) stand, houding: de verschillende posities bij het schermen;
— (leger) de positie aannemen, in de positie gaan staan, in de voorgeschreven houding, die een mindere in bijzijn van een meerdere moet aannemen.