Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Bedrieglijk

betekenis & definitie

bn. bw. (-er, -st), bedriegend, misleidend: een bedrieglijke rust; — bedrieglijke handelingen, in tal van artt. van het W. v. S.; bedrieglijke bankbreuk, zie Bankbreuk; ter bedrieglijke verkorting van de rechten der schuldeisers, (een onjuiste omschrijving voor: bedrieglijk ter verkorting), te kwader trouw; — het weer is bedrieglijk, is niet te vertrouwen, lijkt mooier dan het is; — kunstlicht is bedrieglijk, doet de dingen er anders uit zien dan zij zijn.

< >