v. (-en),
1. het krommen; het aannemen of bezitten van een kromme vorm; kromme gedaante (e)-.de — van een holle spiegel; de sterkte van de —;
2. plaats waar iets krom is, kromte, bocht: bij een van de weg;
3 .de van de ruimte, wiskundig beeld om de structuur van het bekende deel van het heelal te beschrijven (e).
(e) PLANIMETRIE. De kromming in een punt A van een vlakke kromme wordt gedefineerd als 1/p, waarbij p de straal van de kromtecirkel in A is, →differentiaalmeetkunde . STEREOMETRIE. Richt men in een punt P van een oppervlak de loodlijn op het raakvlak op en brengt men door deze loodlijn verschillende vlakken aan dan zullen deze ieder het oppervlak snijden volgens een vlakke kromme welke door P gaat. Bij elk van deze vlakke doorsneden kan men het krommingsmiddelpunt in P construeren.
Is P een →elliptisch punt (het oppervlak ligt dus geheel aan een zijde van het raakvlak in P), dan zullen de krommingsmiddelpunten M alle aan diezelfde kant op de normaal liggen. Zij liggen op een begrensd stuk van de normaal met eindpunten M1 en M2. De vlakke doorsneden die de uiterste kromtestralen p1 = PM1 en p2 = PM2 leveren, staan loodrecht op elkaar en heten de hoofddoorsneden; 1/P1 en l/p2 heten hoofdkrommingen.
Is P een →hyperbolisch punt (het oppervlak is daar zadelvormig), dan zullen de krommingsmiddelpunten aan verschillende kanten van het raakvlak liggen. Zij vullen dan de hele (oneindig lange) normaal op een begrensd stuk M1M2 na, waarin P ligt. Omdat de kleinste kromtestralen aan weerszijden van het raakvlak gelegen zijn, krijgen zij een tegengesteld teken.
Is P een →parabolisch punt, dan is er wel een kleinste maar geen grootste kromtestraal (deze is oneindig groot). Dit geval doet zich b.v. voor in elk punt van een kegeloppervlak.
Onder de gemiddelde kromming verstaat men de grootheid H = l/p1 + l/p2. De totale kromming is de grootheid K = l/p1p2; bij elliptisch, hyperbolisch en parabolisch punt is K resp. positief, negatief en nul. Oppervlakken waarvoor in elk punt K = 0 heten ontwikkelbaar, d.w.z. zij kunnen op een plat vlak zonder plooien of scheuren afgewikkeld worden (b.v. cilinder, kegel). Oppervlakken van constante negatieve kromming heten pseudosferisch. De hoofdeigenschap van de totale kromming is dat bij afwikkeling zonder scheuren of plooien een oppervlak in een ander overgaat zodat in corresponderende punten de totale kromming gelijk is. STERRENKUNDE. De kromming van de ruimte is aanschouwelijk niet voorstelbaar, wat niet wil zeggen dat zij niet bestaat. Wanneer men zich het gekromde heelal tracht voor te stellen, doet men het beste een tweedimensionale analogie te nemen: de bol.
Een bol is in zichzelf gesloten en eindeloos maar niet oneindig groot. Een rechte lijn op de bol komt uiteindelijk weer in het uitgangspunt terug. Zo ook zal een lichtstraal in het heelal een gekromde weg afleggen en zou hij in beginsel in hetzelfde punt terug moeten komen. In de praktijk blijkt echter het heelal sneller te expanderen dan het licht er doorheen kan lopen en zelfs in oneindig lange tijd zal het licht niet om het heelal kunnen lopen. De kromming is uit de waarnemingen te bepalen, en het tweedimensionale analogon maakt duidelijk hoe. Wanneer men op een plat vlak van een uitgangspunt uit, achtereenvolgens steeds grotere gebieden bekijkt, dan blijkt het oppervlak van deze gebieden toe te nemen evenredig met het kwadraat van de straal van deze gebieden.
De bij elke nieuwe stap erbij komende cirkelringen worden steeds groter. Dit is niet het geval wanneer men dit op een bol zou doen: als men de evenaar overschrijdt, zullen de nieuw erbij komende cirkelringen weer kleiner worden. Op dezelfde wijze neemt de inhoud van een gekromde ruimte steeds langzamer toe met toenemende afstand. Of dit in het heelal zo is, zou gecontroleerd kunnen worden door nauwkeurige tellingen van →extragalactische stelsels, waarvan het aantal met toenemende afstand steeds langzamer zou moeten toenemen in een elliptisch of bolvormig gekromd heelal. Deze tellingen zijn nog niet voldoende van allerlei andere effecten bevrijd (zoals de expansie, intergalactische extinctie) om uitsluitsel te geven, →kosmologie.