bn. en bw.,
1. (hout en steenbewerking) scherpzijdig, met scherpe kanten: — zagen; — houwen;
2. (zeilvaart) de zeilen — zetten, maken dat ze behoorlijk, scherp bijstaan; (zegsw.) zet je zeil —, (tot een dronkaard) hou je roer recht; zich — zetten, zich scherp of schrap zetten; (vandaar)
3. in de uitdrukking — en klaar, geheel gereed, in orde; geheel toegerust;
4. (bw.) netjes.