(Gr. Herakles), zoon van Zeus en Alcmene, een van de meest populaire en gevierde heroën der oudheid.
Talloos zijn de wonderbare verrichtingen en heldendaden die hem werden toegeschreven. Hij zou in Boeotië geboren zijn, door Zeus bij Alcmene verwekt tijdens afwezigheid van haar echtgenoot Amphitryo. Zeus had voorzegd dat voor het kind van Alcmene de heerschappij over alle afstammelingen van Perseus was weggelegd, doch Hera wilde dit voorkomen, door vóór Heracles, Eurystheus, zoon van Sthenelus te doen geboren worden. Ook zond zij twee slangen af op de jonge Heracles in zijn wieg, teneinde hem te doden en voor Eurystheus de macht te verzekeren. Heracles verstikte zo klein als hij was de dieren met zijn handen en groeide voorspoedig op. Een van zijn leermeesters, Linus, een toonkunstenaar, gaf zijn leerling een berisping, doch moest dit met de dood bekopen, zo hard trof de jeugdige Heracles hem met de luit. Door Amphitryo naar het Cithaerongebergte gezonden, leidde hij tot zijn manbare leeftijd een herdersleven. Hier plaatst Prodicus (sophist, vriend van Socrates en Plato) zijn bekende allegorie van Heracles op de tweesprong: de held koos de moeizame weg naar de deugd i.p.v. de brede weg naar het zingenot. In Thebe gekomen, bevrijdde hij in een korte krijgstocht de Thebanen van de schandelijke belasting die Erginus, korting van Orchomenus, van hen eiste. Creon, vorst van Thebe, schonk hem zijn dochter Megara tot vrouw.
Eurystheus eiste nu dat Heracles hem zou dienen, hetgeen de held zo woedend maakte dat hij zijn eigen kinderen doodde. Als boete legde het orakel van Delphi hem de plicht op om in Eurystheus’ dienst twaalf opdrachten te vervullen. Het goed volbrengen van zijn taak zou hem de onsterfelijkheid bezorgen. De bekende zgn. ‘twaalf werken’ waren als volgt1. Het doden van een leeuw die de omgeving van Nemea onveilig maakte, en onkwetsbaar was. Heracles wurgde hem en gebruikte sindsdien kop en huid van het beest als helm en mantel.
2. Het doden van een waterslang (hydra) bij Lema in Argolis. Het ondier had zeven of meer koppen en telkens als de held een kop met het zwaard afsloeg, groeiden er twee voor in de plaats. Met brandende boomstammen wist hij de wonden dicht te schroeien en de hydra onschadelijk te maken; in het gif van het monster doopte hij zijn pijlen.
3. Het levend vangen van een grote ever, die huisde in de bossen van de berg Erymanthus in Arcadië. Met het beest op zijn schouders kwam hij naar Mycene terug, en deed zijn opdrachtgever Eurystheus zo schrikken, dat hij zich in een vat verschool.
4. Het vangen van een aan Artemis gewijde hinde, met gouden horens en metalen hoeven.
5. Het verjagen van de Stymphalische vogels bij het meer Stymphalis in Arcadië. Zij waren mensenetende roofvogels met stalen klauwen en snavels; hun stalen veren schoten zij als pijlen af. Met een ijzeren ratel joeg Heracles de monsters op de vlucht.
6. Het reinigen van de stal van koning Augias van Elis; 3000 runderen hadden de stal 30 jaar lang bevuild. Heracles leidde de rivieren Peneus en Alpheus door de stal heen en volbracht het werk in één dag. Augias had hem een vierde deel van zijn kudde als loon beloofd, doch weigerde na afloop Heracles te betalen. De held verwoestte daarop ’s konings land, doodde Augias en zijn zonen behalve Phyleus, die Heracles’ rechten had erkend. Bij die gelegenheid zou Heracles de Olympische spelen hebben gesticht;
7. Het vangen van de Cretensische stier. Poseidon had het dier aan Minos geschonken om als offer te dienen. Toen Minos dit naliet, maakte Poseidon het beest dol.
8. De ontembare mensenetende paarden van de Thracische koning Diomedes werden door hun heer gevoed met alle vreemdelingen die het land betraden. Heracles liet Diomedes door zijn eigen paarden verslinden en bracht de dieren met goed gevolg naar Mycene.
9. Het roven van de gordel der Amazonenkoningin Hippolyte. Na hevige strijd met de Amazonen wist Heracles Hippolyte te doden en de gordel te bemachtigen. Op de terugweg redde hij Hesione, dochter van de Trojaanse vorst Laomedon, uit de klauwen van een monster dat Poseidon had gezonden om het land van Troje te teisteren. Laomedon had nl. aan Poseidon zijn loon geweigerd voor diens hulp bij het bouwen van Trojes muren. De koning stond op het punt Hesione te offeren aan het ondier om Poseidons toorn te bedaren, toen Heracles haar redde. Ook het monster werd door Heracles onschadelijk gemaakt, voor welke daad Laomedon hem zijn goddelijke paarden had beloofd. Ten tweede male echter kwam de koning zijn belofte niet na, waarop Heracles Troje verwoestte en de koning doodde.
10. Het roven van de runderen van Geryones, ergens in het fabelland Erythea. De lange tocht erheen ging door Libye en Europa, waarna Heracles de zonnegod Helius dwong hem met zijn boot over te zetten naar Erythea. Met de kudde trok de held terug dwars door Europa, en streed met allerlei volken en vijanden (Cacus, Eryx, Alcyoneus e.a.).
11. Het halen van de appels der Hesperiden. De appels waren een bruidsgeschenk van Gaea aan Hera bij haar huwelijk met Zeus. Zij werden ergens in het Westen bewaakt door een draak. Heracles dwong de zeegod Nereus hem de weg te wijzen, en na allerlei avontuurlijke ontmoetingen (Antaeus, Busiris, Emathion, Prometheus e.a.) kwam hij in het land der Hyperboraeërs waar Atlas het hemelgewelf torste. Heracles verzocht Atlas de appels te halen en nam intussen zelf Atlas’ taak over. V.s. wilde Atlas zelf de appels naar Eurystheus brengen, doch met een list wist Heracles hem over te halen nog voor een ogenblik de hemel te dragen. Toen Atlas toestemde, liet Heracles hem aan zijn lot over en spoedde zich naar Mycene.
12. De laatste opdracht bestond in het halen van de Cerberus uit de onderwereld. Bij het Taenarumgebergte in het Z, der Peloponncsus daalde de held af in de Hades, ontmoette daar Perseus, Theseus, Pirithous e.a., wist de hellehond te boeien, en bracht hem naar Eurystheus. Na het volbrengen van zijn diensten ging Heracles naar Thebe, schonk zijn echtgenote Megara aan zijn vriend Iolaus, en trok naar koning Eurytus, die zijn dochter Iole als vrouw beloofde aan degene die hem in het boogschieten overtrof. Heracles won de wedstrijd, doch toen Eurytus de prijs weigerde, nam Heracles bloedig wraak en doodde o.a. ’s konings zoon Iphitus. Toen Apollo weigerde om Heracles van bloedschuld te reinigen, stal de held de drievoet uit Apollo’s tempel; de dreigende strijd tussen Apollo en Heracles wist Zeus te voorkomen, door Heracles te bevelen zich als slaaf te verkopen aan de Lydische vorstin Omphale. In die periode nam hij deel aan de Calydonische jacht, de Argonautentocht en bestrafte hij de Cercopes. Ook ondernam hij een wraaktocht tegen Troje (zie negende werk), doodde Laomedon en gaf Hesione aan zijn vriend Telamon. Voorts vonden op de Peloponnesus nog krijgsdaden plaats: Heracles’ wraakneming op Augias (zie zesde werk), en zijn tocht tegen koning Neleus van Pylos. Neleus en zijn zonen vonden de dood, uitgezonderd Nestor, die afwezig was. In Sparta streed Heracles tegen Hippocoon en gaf de regering aan Tyndareus. In Calydon werd de held verliefd op Deianira, naar wier hand ook Achelous dong. Het kwam tot een duel tussen beide minnaars, waarbij Achelous allerlei gedaanten aannam, doch de strijd verloor. Dan volgde zijn ontmoeting met de Centaur Nessus, die Deianira wilde schaken toen Heracles zijn hulp inriep bij het oversteken van een stroom. Nessus werd gedood, maar nam later vreselijk wraak (zie Deianira). Tenslotte vermeld de traditie nog zijn hulp aan Aegimius en zijn duel met Cycnus. Bij een wraaktocht tegen Eurytus, doodde hij deze en voerde Iole als buit mede. Door jaloezie gedreven bestreek Deianira een kleed met Nessus’ toverzalf, die Heracles’ liefde naar zij dacht weer op haar zou richten, en gaf dit aan Heracles. De held, die op het punt stond Zeus een offer te brengen, trok het kleed aan, waarop de giftige zalf hem aantastte en verteerde. Ziende dat zijn einde naderde, trok Heracles de Oeta berg op, maakte een brandstapel die door Philoctetes werd aangestoken. Als beloning kreeg hij boog en pijlen van Heracles. Toen de vlam opsteeg werd de held door Athene met een vierspan naar de Olympus opgevoerd, waar hem Hebe als gemalin werd geschonken.Oorspronkelijk was Heracles de held van de Dorische stam, later van geheel Griekenland. Egyptische en Oosterse verhalen en natuurmythen zijn betrokken op de figuur van Heracles, die tenslotte vereerd werd als het toonbeeld van de hoogste zedelijke moed die alle kwaad weet te overwinnen. Heracles werd vereerd als redder en weldoener der mensheid, en ook als waarzeggende godheid. Als beschermer der gymnasia was in Athene het gymnasium Kynosarges aan hem gewijd. Op vele plaatsen in Griekenland werden hem ter ere feesten gevierd, de Herakleia. Bij de Romeinen was Heracles bekend als Hercules.
ICONOGRAFIE De oude kunst stelt Heracles soms voorals kind of jongeman, doch meestal als krachtig gebouwd man met brede borst, gespierde nek, kort haar. Op de oudste voorstellingen op zwartfigurige Griekse vazen (ca. 700 v. C.) draagt hij een pantser of korte chiton. Hij is gewapend met zwaard of boog. Na 650 v. C. wordt hij gewoonlijk als naakte krachtfiguur uitgebeeld, met leeuwehuid en knots. Onder de vele sculpturen van Heracles waren o.a. beelden van Myron en Lysippus. Op het werk van de laatste gaat o.a. terug de bekende Heracles Farnese te Rome: de held, met ietwat berustende blik, leunt met de linkerschouder op een knots, die met de leeuwehuid is bedekt. De vele scènes uit zijn leven zijn talloze malen afgebeeld op vazen, sarcophagen, reliëfs en fresco’s: bijv. als klein kind de slangen wurgend (casa dei Vettii te Pompeii), Heracles bij Omphale (casa di Sirico te Pompeii), Heracles in de tuin der Hesperiden (casa di Sacerdote Amando te Pompeii) etc. Als baardloze jongeman in gevecht met de hinde van Artemis (brons uit Herculaneum).
Zijn twaalf werken waren het onderwerp van de metopen van de Hephaestustempel te Athene en die van Zeus in Olympia. Onder de zeer vele Heraclesafbeeldingen op vazen, zijn o.a. beroemd de scène met Busiris en die waar Heracles de Cerberus brengt aan de angstige Eurysthcus: beide voorstellingen op zgn. hydria van Caere (midden 6de eeuw v. C.).
Zie Zeus, Alcmene, Amphitryo, Hera, Eurystheus, Sthenelus, Linus, Cithaeron, Creon, Artemis, Augias, Olympische spelen, Poseidon, Minos, Diomedes, Hippolyte, Amazonen, Hesione, Laomedon, Geryones, Erythea, Helius, Cacus, Eryx, Alcyoneus, Hesperiden, Gaea, Nereus, Antaeus, Busiris, Emathion, Prometheus, Hyperboraeërs, Atlas, Cerberus, Perseus, Theseus, Pirithous, Eurytus, Omphale, Calydonische jacht, Argonautentocht, Cercopes, Neleus, Nestor, Hippocoon, Tyndareus, Deianira, Achelous, Centaur, Nessus, Aegimius, Cycnus, Philoctetes, Athene, Olympus, Hebe, Hercules