Definities van Vaderlandsch woordenboek in de Ensie O
- Obdam
- Occo
- Odenrode
- Odyk ( Ambagtsheerlijkheid en Dorp)
- Odyk, WILLEM VAN NASSAU, Heer van
- Oegstgeest
- Ofhem
- Oiselius
- Okkenburg
- Oldampten
- Oldeberkoop
- Oldeboorn
- Oldega
- Oldehove
- Oldeklooster
- OLDENBARNEVELD
- Oldenseel
- Oldeschoot
- Ommelanden
- Onder het Bailjuwschap van Zuidholland 85
- Onzenoord
- Ooltgensplaat, Ambagtsheerlijkheid
- Ooltgensplaat, Dorp
- Oorgaten
- Oorschot
- Oost-Barendrecht
- Oost-Ysselmonde
- Oostbroek
- Oostburg
- Oostburger-ambagt
- Oostenryk
- Oosterbierum
- Oosterblokker
- Oosterend
- Oostergoo
- Oosterhout
- Oosterland, Klein
- Oosterland, Zeeland
- Oosterleek
- Oosterlittens
- Oostersouburg
- Oosterstein
- Oosterwyk (Dorp)
- Oosterwyk (Kwartier)
- Oostfries
- Oostgraftdyk
- Oosthuizen
- Oostkapelle
- Oostvoorn (Ambagt)
- Oostvoorn (Land van Voorn)
- Oostweerd
- Oostwoud
- Oostzaanen
- Oostzaaner-Overtoom
- Ootmarsen
- Ooy
- Op ‘t Art. van ELBERT LEONINUS, Kanzelier van Gelderland, die het woord bij Koning Hendrik den IV voerde, zullen wij zien, hoe vrugteloos die bezending, (waarom men toen zeer rouwig, en naderhand verheugd was) geweest is.
- Op de Wapenkaart der Heeren zes-en-dertig Raaden, vindt men ’s Mans naam gespeld JOAN APPELMAN; zijnde het wapen aldaar, een groene Appelboom op een gouden veld.
- Op-Hemert
- Opmeer (dorp)
- Opmeer, Petrus
- Opper-Gelderland
- Opperdoes
- Oranje-Polder
- Orgel
- Orobio
- Os
- Osdorp
- Ostade
- Oterleek
- Otteland
- Otto de II
- Oudaan ('t Huis)
- Oudaan, Joachim
- Ouddorp
- Oude Tonge
- Oude Wetering
- Oudelande
- Oudenbosch
- Oudewater
- Oudkarspel
- Oudshoorn
- Ouwerkerk
- Ouwerkerk of Ouderkerk
- Ouwerkerk, Henrik van Nassau, Heer van
- Ovens
- Over-Betuwe
- Over-Flakkée
- Overbeek
- Overijssel
- Overkwartier
- Overlangbroek
- Overmaaze
- Overmeer
- Overschie