Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 09-12-2022

Oostburg

betekenis & definitie

OOSTBURG, in Staats Vlaanderen, onder het Vrije van Sluis, ongeveer twee uuren gaans ten Noordoosten van de Stad van dien naam. Het is eene kleine Stad, van hooge oudheid, eertijds van Vestingwerken voorzien, doch die al voor lang geslegt zijn. Graaf MAURITS VAN NASSAU maakte zich, in den Jaare 1664, meester van het Stedeken, 't welk zedert in de magt der Staaten is gebleeven. Men telt 'er omtrent honderd Huizen, en, ondanks dit klein getal, twee Kerken: de eene wordt door de Nederduitsche, de andere door de Walsche Hervormden gebruikt. Wijders heeft men 'er een Raadhuis, 't welk op een Plein staat. In hetzelve vergadert, van tijd tot tijd, de Regeering, welke bestaat uit Baljuw, één Burgemeester en vier Schepens; zij worden door de Algemeene Staaten of derzelven Afgevaardigden aangesteld, doch begeeven zelve de Ampten van Griffier en Ontvanger. Niet anders dan in naam heeft het Plaatsje gemeenschap met Oostburger-ambagt.

< >