Ooltgensplaat, Ambagtsheerlijkheid

betekenis & definitie

OOLTGENSPLAAT, met Bommel, eene Ambagtsheerlijkheid in Zuidholland, in den Lande van Putten, meer bepaaldelijk in het Zuidoostlijk gedeelte van het Eiland Overflakkee. Volgens zommigen zou het dien naam ontleend hebben van eenen Visscher, OOLTJE genaamd, als den eersten vinder van de Plaat. Anderen, Odulfsplaat voor de eigenlijke benaaming houdende, leiden die af van ST. ODULFUS, aan welken eertijds de Kerk was toegewijd. De Landen, welke, zints de eerste bewooning, van tijd tot tijd, zijn aangedijkt, worden thans begroot op zevenenzestighonderd en zevenenzestig Gemeten en tweehonderd negenendertig Roeden. Volgens de laatste optelling zouden 'er driehonderdnegentien Huizen staan, nevens vijf Meestooven en twee Koornmolens. De Aardappelen, welke men wijd en zijd, onder den naam van Zeeuwsche, vent, worden, voor een goed gedeelte, hier geplant. Een langen reeks van jaaren heeft de Ambagtsheerlijkheid behoord aan den Huize van AARSEN.