Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 09-12-2022

Odyk ( Ambagtsheerlijkheid en Dorp)

betekenis & definitie

ODYK, eene Ambagtsheerlijkheid en Dorp, in het Overkwartier van het Sticht van Utrecht, grenzende ten Noorden aan den Krommen Rhijn, van welke de eerste zevenhonderd tweeëntachtig Morgens en tweehonderd Roeden Lands beslaat. De Heer deezer Heerlijkheid, welke leenroerig is aan den Huize van Viane, heeft de bestelling van het Geregt, bestaande uit Schout, zeven Schepenen en eenen Sekretaris. In den Jaare 1748 telde men 'er zevenenvijftig Huizen. — Het Dorp van dien naam, in eene vrugtbaare landstreeke gelegen, is van hooge oudheid; wordende daar van reeds gesproken, in zekeren Brief, op het Jaar 1164. Een blijk van die oudheid bespeurt men nog aan de menigte van duifsteen, van welken de Kerk en Toren gedeeltelijk zijn opgemetzeld. De eerste is een Kruisgebouw; de andere, hoewel niet hoog, en slegts met een kleinen spits gedekt, een vrij zwaar gevaarte. De Hervormde Gemeente heeft haaren eigen Leeraar.

< >