Definities van Nieuwe Groninger Encyclopedie in de Ensie A
- A-kerk
- Aa
- Aa-kerk, der
- Aa-kunst
- Aagt, 't
- Aalders, willem jan
- Aalsum
- Aan- en verkoopcoöperaties
- Aardappel
- Aardappelmeelindustrie
- Aardgas
- Aardmannetjes
- Aartsbisdom utrecht
- Aartsdiakonaat
- Abbas, boer
- Abbeweer
- Abbringhe, hermannus van
- Abdijen
- Abel tasman, noorderkweekschool
- Abeln, lianne
- Abels, abel jan
- Abelstok
- Abeltjeshuis
- Aberson-uges, jane lucretia sibilla
- Abrahamse, jan
- Abresch, petrus
- Abrug
- Academie
- Academie minerva
- Academie van bouwkunst
- Academiegebouw
- Academisch ziekenhuis (apsaz/azg)
- Achter-thesinge
- Achterdiep
- Acronius, johannes
- Addens, nanno gerhard
- Adders, etta
- Addinga
- Adel en stadspatriciaat
- Ader-appels, johanna adriana (jo)
- Ader, bastiaan jan
- Admiraal van kinsbergen-internaat
- Admiraliteitscollege
- Adolf van nassau
- Adorp
- Adriani, marcus jan
- Aduard
- Aduarder gasthuis
- Aduarder kring
- Aduarderdiep
- Aduardervoorwerk
- Aduarderzijl
- Aedsges, marten
- Aegir
- Aequivalent
- Afgescheiden gemeente ‘teschuath jisraël’
- Aftelrijm
- Aftichelen
- Afvalverwerking
- Afwatering
- Afwateringskanaal
- Afwateringskanaal van duurswold
- Agodorp
- Agrarische bedrijfstypen
- Agricola, rudolphus
- Agrificatie
- Ahrensburg-cultuur
- Aikes, jan hendriks
- Akkerbouw
- Akkerbouwgewassen
- Akkerbouwwerktuigen
- Akkermansheerd
- Akzo nobel chemicals b.v
- Albada, aggaeus ab
- Alberda
- Alberthoma
- Albertine agnes, prinses van oranje-nassau
- Alberts, albert
- Albertus
- Albertus magnus
- Albrecht, hertog van beieren-straubing
- Albrecht, hertog van saksen-meissen
- Aldringa
- Algemeen provinciaal, stads- en academisch ziekenhuis
- Alinghuizen
- Alkema, wobbe hendrik
- Allerheiligenvloed
- Alma/heralma
- Almanakken
- Alons, cor
- Altaar
- Altena, allie van
- Altenaauw
- Alteveer
- Alting
- Alting, andreas
- Altink, jan
- Aluminium delfzijl b.v. (aldel)
- Alva, ferdinand alvarez de toledo, hertog van
- Ambachtslied en -rijm
