Architectenopleiding in de stad Groningen, voortgekomen uit de in 1798 opgerichte Academie van Teeken-, Bouw- en Zeevaartkunde. Na een fusie en verschillende reorganisaties werd in 1913 een middelbare technische school (mts) opgericht met een zelfstandige studierichting bouwkunde.
De opleiding was puur technisch; ontwerpen werd niet onderwezen. Eind jaren ’20 gaf S.J. Bouma daarom ontwerplessen aan huis. Op initiatief van de Vereniging tot Bevordering der Bouwkunst werd in 1936 naar Amsterdams voorbeeld een opleiding Voorbereidend Bouwkunst Onderricht (vbo) opgericht, een avondopleiding voor in de bouwpraktijk werkenden, met als docenten onder anderen Siep Bouma, T. Tonkens, Pit van Loo, Evert van Linge, Herman van Wissen, Bonne Kazemier en Johan Dijkstra. De opleiding was aanvankelijk gehuisvest in de mts, vervolgens op verschillende locaties.
In 1943 dook de cursus onder (lessen op het bureau van Tonkens en thuis bij J.J.M. Vegter). Na woII kreeg de opleiding een officiële status en rijkssubsidie. Bij de opheffing van het vbo in 1966 werd de Groninger cursus een Academie van Bouwkunst (AvB), de enige architectenopleiding (tweede fase-HBO) in het Noorden, sinds 1993 als onderdeel van de Hanzehogeschool Groningen. Met het ministeriële voornemen (1990) het aantal Nederlandse architectuuropleidingen te beperken, dreigde Groningen haar AvB kwijt te raken. Dankzij een lobby van overheid en bedrijfsleven bleef de opleiding bestaan, nu als lesplaats van de Rotterdamse AvB. Sinds 1998 is ze gehuisvest in een naar aanleiding van een prijsvraag ontworpen academieebouw aan de Reitemakersrijge.