Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

NIEUW-NAMEN

betekenis & definitie

(De Kauter, Hulsterloo). Grensdorp binnen de nieuwe gemeente Hulst in oostelijk Zeeuws-Vlaanderen, tot 1 april 1970 behorend tot de opgeheven gemeente → Clinge, 1096 inw. (1980).

Het dorp aan de Belgische zijde van de grens heet Kieldrecht.

Nieuw-Namen is jarenlang het centrum geweest van de textielindustrie in de streek rondom Hulst. De meeste fabrieken zijn nu gesloten.

Varia:

Kermis op de tweede zondag in september t.m. dinsdag d.a.v.

Geschiedenis:

De naam Nieuw-Namen is pas in 1858 aan het plaatsje gegeven. In de oudste historie wordt het → Hulsterloo genoemd, dat zoveel wil zeggen als: ‘bosje op hoge zandgrond van de bewoners van Hulst’. Van 1136 tot 1581 was de plaats een centrum van Mariaverering, één van de oudste Mariagenadeoorden van Vlaanderen. Het middelpunt van de verering was een klein beeldje van Onze Lieve Vrouwe boven het hoofdaltaar van de kapel van Hulsterloo. Bij de kapel was een klein klooster van → norbertijnen. Na de grote overstromingen in de 16e eeuw bleef er slechts een geringe bewoning over.

Door steeds verdergaande inpolderingen steeg het aantal inwoners halverwege de 19e eeuw weer tot bijna duizend. Vrijwel allen waren katholiek en behoorden kerkelijk onder de parochie Kieldrecht (B.). De plaats werd inmiddels ‘Kauter’ genoemd: het was een nederzetting van landarbeiders, vissers en bagger werkers; ‘De Kauter’ is nog steeds de bijnaam voor Nieuw-Namen. De bisschop van Breda vond het nodig dat de gelovigen van ‘De Kauter’ en omliggende polders een eigen parochie zouden gaan vorme met een eigen kerk. In 1858 werd de parochie opgericht. Op verzoek van de pastoor, met goedkeuring van de bisschop en bij besluit van de koning, kreeg de parochie de naam Nieuw-Namen, ter nagedachtenis van het oude dorp → Namen, dat in 1717 was overstroomd en in de Westerschelde verdween.

Nadat men enige tijd gebruik had gemaakt van een noodkerk kon op 19 maart 1860 een neo-gotische kerk, naar een ontwerp van P. Soffers worden aanbesteed. Deze kerk werd op 18 december 1860 door de deken van Hulst ingezegend, patroonheilige St.-Joseph. In 1976 werd de bediening toevertrouwd aan de paters maristen.

In Nieuw-Namen staat een kapelletje waarin een kopie van het Onze Lieve Vrouwebeeldje, dat in de kapel van Hulsterloo werd vereerd; het origineel is nog aanwezig in de abdij van Drongen.

In het voormalige Hulsterloo speelde zich een belangrijk deel van het dierenepos ‘Van de Vos Reinaerde’ (→ Reinaard de Vos) af. De Reinaertbank te Nieuw-Namen, waarop de versregels: ‘Int Oostende van Vlaenderen staet een bosch ende dat heet Hulsterloo’ is een geschenk van de gemeente Clinge aan Nieuw-Namen in 1963.

De Kauter (Nieuw-Namen) is ook uit geologisch oogpunt zeer bekend (→ bodem, → ondergrond). Er bevindt zich een zandopduiking uit het Boven Plioceen (0,3 ha). Het zand bevat het groene mineraal glauconiet en resten van fossiele zeedieren, voornamelijk schelpen en foraminiferen (Staatsnatuurreservaat). Bovendien is op de Kauter in 1910 een vuurstenen pijlpunt gevonden die dateert uit de late Steentijd of vroege Bronstijd (→ prehistorie).

LITERATUUR

P.J. Brand, Hulsterloo. ZelandiaIllustrataXII732-733. Tesch, Voorkomen van midden-pliocene lagen, G7. Van der Feen, Early populations. Van der Feen, Eerste bewoners van Zeeland.