(Lat.: cappa = mantel). Klein kerkelijk gebouw waarvan de kerkrechtelijke status in het algemeen minder is dan van een kerspel- of een kloosterkerk; een kapel bevat in beginsel een altaar en is gewijd.
Al naar de functie worden bijv. genoemd: doop-, bedevaart-, graf-, boetekapel; voorts huis-, slot- en andere kapellen. Te onderscheiden: zelfstandige kapellen en kapellen die een onderdeel van een groter geheel uitmaken, zoals de straalkapellen die als een krans het kooreinde van romaanse en gotische kerken omgeven.LITERATUUR
Haslinghuis, Bouwkundige termen.