Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

TUINBOUW

betekenis & definitie

Frl. is geen T.-prov. Van de 257669 ha grond, die in 1953 gebruikt werden, had de T. slechts 1933 ha (0,7 pct.).

De meeste T. vinden wij in de kleibouwstreek (1331 ha), daarna volgen de Wouden (255 ha), de kleiweidestreek (239 ha), de veenweidestreek (70 ha) en de eilanden (38 ha) (cijfers 1953). Enkele centra vallen op: Berlikum, St.-Anna Parochie, Minnertsga, het gebied N. van Harlingen, Lwd.-Huizum en Bergum. De toekomst vraagt verbetering van de bedrijven (intensivering), meer bedrijven, en tegelijk het tegengaan van de versnippering en, speciaal voor de groenteteelt, meer concentratie in één streek. De fruitteelt biedt wel kansen (minder ziekte dan elders). zie Bloembollen, Bloemisterij, Boomkwekerij, Fruitteelt, Gardenier, Groenteteelt, Kruidenteelt, Veilingwezen, Zaadteelt.

Zie: Leeuw. Cour. (17.5.1958).

Tuinbouwonderwijs. Te Lwd. (bij voldoende aanmelding ook elders) is een algemene T.-avondcursus, twee winterhalfjaren.

Te Berlikum is een gem. lagere T.-school; te Buitenpost een chr. (1.1.1957, met resp. 47 en 37 leerlingen uit wijde omtrek). Verder drie T.-vakscholen (SintAnna Parochie, fruitteelt; Lwd., bloementeelt; Berlikum, groenteteelt). Voor een T.-winterschool is geen plaats. Lwd. heeft een onderwijzerscursus voor akte T. L.O. en een cursus T.-vakonderwijs voor personen uit de praktijk en voor technisch veilingpersoneel. zie Landbouwonderwijs, Schooltypen.