Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

PAROCHIE

betekenis & definitie

Kleinste r.k. kerkelijke gebiedseenheid onder de zorg van een pastoor, evt. met helpers. Ontstaan door steeds verdere onderverdeling van het bisdom.

Oudst bekende in Frl. is Dokkum (ca. 770), in de 16de eeuw waren er ca. 350.In elke P. is één P.-kerk, maar daarnaast kunnen openbare kerken (2 Bedelorden) en kapellen bestaan. In de M.E. viel de P. meest samen met het gebied van dorp of stad; bijzondere gevallen waren Lwd. met drie P.s, waarvan Oldehove nog verschillende pastoors had; Sloten, Siegerswoude. De kerk, onder bescherming van een patroonheilige (2 Patrocinia), had eigen vermogen (2 Kerkegoed), beheerd door kerkvoogden. Deze ‘stichtingen’ gingen 1580 over naar de geref. P., nu gemeente geheten, zie Hervormde kerk.

De roomsen waren 1580-1855 niet in P.s georganiseerd, maar in staties. Daarna zijn weer 29 P.s ingesteld; door opheffing van één en stichting van twee nieuwe bedraagt het aantal sinds 1934 30. Grenzen vaak langs waters, wegen en rechte lijnen getrokken. De r.k. groepen rond het klooster te Drachten en zijn uithoven leiden een eigen leven, maar vormen geen zelfstandige P.s.

Zie: Hist. Atlas van. Ned., kaart ix, Toelichting ix; L. J. v. Apeldoorn, De kerkelijke goederen in Frl., 2 delen (1915); W. Goddijn, Kath. minderheid en prot. dominant (Assen 1957). Parochiegeschiedenis.

Geschiedschrijving van r.k. gemeenten, die in Frl. begint met het vastleggen van de ‘wederopluiking’ door W. v. d. Heyden, A. Tiara en J. Steenbicker. Ook van de Historia episcopatuum van Van Heussen (vertaald door van Rijn als Oudheden en Gestichten; Frl. 1-11 is van 1723) vormt de

P.-geschiedenis een deel. Hij bepaalt zich tot opvolging van herders, vervolgingen en kerkenbouw. Tijdens de emancipatie kwam de P.-geschiedenis weer in gebruik, soms teruggaande tot de M.E.

De oudere beschrijvingen houden zich vaak aan de traditionele stof, zo ook L. J. v. d. Heyden in de delen van ‘Frisia Catholica’ (1937-46). Anderen graven dieper, maar zijn toch nog meest gericht op geestelijkheid en kerk: Burgers, Minderbroeders te Bolsward (1924); Hesse, Minderbroeders te Franeker (1937); Lambermond, Dominicanen te Lwd. (1946). Slechts enkelen trachtten een greep te krijgen op het moeilijk achterhaalbare r.k. kerkvolk: Wartena, Bakhuizen De Jong, Joure (1941); Voets, Workum (A.A.U. 1946); Oldenhof, Blauwhuis (1951), Dokkum (B. 1954), Bolsward (B. 1955). Voor veel plaatsen moet nog bijna alles gedaan worden.

Zie: Bijdr. Kerkgesch. Frl., 126; Repert., 403-405.