Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

uitzicht

betekenis & definitie

1. M. betr. t. pers. (en dieren): wijze waarop, hoedanigheid waarin een pers. zich aan het oog voordoet, zich vertoont; inz. in toep. op de fysieke verschijning met inbegrip van kleding, opschik, houding, gedrag e.d.: uiterlijk, voorkomen; verschijning; soms bep.: gezicht, m.n. in de verb. iem. van uitzicht kennen.

Haar ogen staan flauw, bloedeloos bijna. Haar gelaat is veel bleker en hier en daar met gele plekken gekleurd. Toch houdt zij nog altijd vol, natuurlijk in haar nadeel, en na Bruno ... is het enkele dagen later pater Canisius die door haar uitzicht ontsteld wordt, WEYTS 1950, 239.

Tante Celesta heeft hem een vilten hoed gekocht, die hem een beschaafd uitzicht geeft, naar zij zich inbeeldt, TEIRLINCK 1952, 2, 36.

Eiken morgen kwam zij, altijd in zijde gekleed en tot in de puntjes in orde, naar beneden. Dat gaf haar een statig uitzicht, maar zij was zo zacht, dat iedereen zich dadelijk met haar gemakkelijk voelde, LIA TIMMERMANS 1962, 16.

Als Rama groter wordt verandert haar uitzicht, Vrouw en Wereld maart 1974, p. 14.

In het café ... stapte even na mij ook een drietal .. binnen: een vader met het uitzicht van een man die zijn wereldje nu reeds kent, een moeder met de ietwat onschuldige blik ..., en hun slungelachtige zoon, BOON 1977, 125.

2. M. betr. t. stoffelijke zaken: wijze waarop, staat waarin een zaak zich aan het oog voordoet, vaak ook met de gedachte aan de al of niet hiermee corresponderende intrinsieke waarde: uiterlijk, voorkomen, uitwendige gedaante; aanzicht, aanzien; ook: aanblik, gezicht; soms bep.: (verschijnings)vorm.

De pui ... leek nog onlangs nieuw te zijn geverfd, evenals het vergulde opschrift in sierlijk uitgesneden fractuurletters .... Dat alles gaf aan het geheel een even gezellig als voornaam uitzicht, DAISNE 1948, 92.

Het werk wordt hervat en een viertal weken na de onverhoedse paniek, heeft Raversdonk zijn gewoon uitzicht hernomen, behalve dat er dan ook een aantal vreemde soldaten in rondlopen, WEYTS 1950, 42.

Zij rijden de dorpen af, en hun wagens hebben een feestelijk uitzicht, dat reeds van verre de kinderen en de vrouwen aantrekt, TEIRLINCK 1952, 1, 8.

Vergeelde portretten van bisschoppen en dekens gaven aan het kamertje een ernstig en gedrukt uitzicht, DE PILLECYN 1962, 97.

Overal waar wij voorbij wandelden, liep Papa iets gebeuren. Daardoor kregen alle dingen een ander uitzicht. Zij begonnen mee te leven met de mensen; echte mensen of figuren die vader had verzonnen in zijn boeken, LIA TIMMERMANS 1962, 107.

Er zijn geen bijzondere opmerkingen over het algemeen uitzicht van het ondergoed, de naden en de afwerking, Vrouw en Wereld nov. 1973, p. 50.

Katoen of een syntetische stof met zijde-achtig uitzicht voor een hemdsbloes met openliggende kraag, Vrouw en Wereld sept. 1975, p. 46.

3. M. betr. t. de versch. uitvoeringen van meubelen e.d.; veelal weer te geven met: uitvoering; fineer of gefineerd; imitatie-, kunst-.
T.V. tafel voor kleur T.V., teak uitzicht, Uit een reclamefolder Meise jan. 1977.

Zeer mooi salon - uitzicht leder, Annoncenblad 21/1/1977, p. 17.

Aanbouwkasten van PVC, uitzicht den of wit, Uit een reclamefolder juni 1978.

4. M. betr. t. onstoffelijke zaken: elk van de zijden van waaruit iets gekend of beschouwd kan worden: aspect.

In de eerste plaats zijn daar de meer didaktische uitzichten van het onderwijs, zoals een vernieuwing van het taalonderricht, moderne wiskunde, Vrouw en Wereld jan. 1975, p. 30.

Waarom een rondetafelgesprek? Omdat het de kans biedt aan elk der aanwezigen om vrijuit zijn mening te zeggen rond een bepaald uitzicht van het onderwerp, en zo elkaar aan te vullen, Vrouw en Wereld febr. 1975, p. 8.

Waarschijnlijk zullen velen onder u nog met vragen zitten. Deze zullen nochtans opgelost worden in één van de volgende artikels. Heel wat uitzichten van de nieuwe wet worden daar in detail uitgelegd, Vrouw en Wereld nov. 1976, p. 24.

5. In de verb. in uitzicht, in het vooruitzicht, voor de boeg.

Het verhaal van Charly Gauls plasje is ... het meest markante feit. Het was in de late vijftiger jaren en Charly Gaul stond, met de Dolomieten nog in uitzicht, op de meest gunstige plaats om die Giro te winnen, T.V.-strip 19/5/1978, p. 170.

Opm.: In de standaardt. wel in de bet.: gelegenheid om naar buiten te kijken; wat men van een bep. punt uit kan zien; (germ.) uitzicht geven, hebben op -, hoop, vooruitzicht.