Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

uitzien

betekenis & definitie

Gevolgd door een afh. dat-zin: opletten, in het oog houden; uitkijken.

Thuis liet hij ons de suiker afwegen met de blinkende koperen gewichtjes ... . Ondertussen zag hij uit dat wij het niet te bont maakten of overal rond smosten, LIA TIMMERMANS 1962, 80.

< >