Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

trachten

betekenis & definitie

Van pers.: sterk verlangen (naar-).

Vroeger kon hij niet van huis gaan en nu trachtte hij naar de avonden van de repetitie, WALSCHAP 1939, 58.

Als hij haar beeld terug wil oproepen, krijgt hij slechts ’n vage karikatuur van haar te zien. Hij tracht naar haar, DE COREL 1949, 64.

Vader trachtte er altijd naar, dat Mama hem nu en dan zou vergezellen op reis, LIA TIMMERMANS 1962, 100.

Geen feest is zo wereld-verspreid als Kerstmis ... . Er is geen gebeurtenis waar ik zo naar hunker. In mijn verbeelding zie ik dikke vachten witte sneeuw. Ik tracht naar het samenzijn met de ganse familie, Vrouw en Wereld dec. 1975, p. 8.