trachten
trachten - Werkwoord 1. (inerg) een poging in het werk stellen ♢ Hij trachtte een verkiezingsnederlaag te voorkomen. Synoniemen [1] proberen
Wiktionary (2019)
trachten - Werkwoord 1. (inerg) een poging in het werk stellen ♢ Hij trachtte een verkiezingsnederlaag te voorkomen. Synoniemen [1] proberen
Muiswerk Educatief (2017)
trachten - regelmatig werkwoord uitspraak: trach-ten 1. er je best voor doen ♢ ik tracht te komen, maar ik weet niet of het lukt Regelmatig werkwoord: trach-ten ik tracht jij/u tracht...
Direct toegang tot alle 15 resultaten over trachten?
Walter De Clerck (1981)
Van pers.: sterk verlangen (naar-). Vroeger kon hij niet van huis gaan en nu trachtte hij naar de avonden van de repetitie, WALSCHAP 1939, 58. Als hij haar beeld terug wil oproepen, krijgt hij slechts ’n vage karikatuur van haar te zien. Hij tracht naar haar, DE COREL 1949, 64. Vader trachtte er altijd naar, dat Mama hem nu en dan zou verge...
Van Dale Uitgevers (1950)
(trachtte, heeft getracht), 1. streven, zich beijveren het genoemde te verkrijgen : naar aanzien, naar rijkdom trachten ; — de onbep. w. vaak als zn.: het doel van al zijn trachten ; 2. zijn best doen het in een infinitiefbep. genoemde tot stand te brengen, gedaan te krijgen ; pogen, proberen : hij trachtte de stok te grijpen; trachten in de...
M. J. Koenen's (1937)
trachtte, heeft getracht; pogen, zijn best doen: hij tracht ons in te halen; naar iets trachten, streven.
Jozef Verschueren (1930)
(trachtte, heeft getracht) [Lat. tractare, Frekw. van trahere, trekken] 1. zijn best doen, zich beijveren : in de wereld vooruit te komen. Syn. → pogen. 2. streven : naar iets -.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(trachtte, heeft getracht), zijn best doen het in een infinitiefbep. genoemde tot stand te brengen, gedaan te krijgen; pogen, proberen: trachten in de wereld vooruit te komen.
J.Pluim (1911)
van ’t Lat. tractare = behandelen, overdenken, Fr. traiter = overpeinzen, n.l. de middelen om iets te verkrijgen, en van hier: het streven zelf. Aan dit tractare is ook ons trakteeren ontleend, met de beperkende bet.: het behandelen of onthalen van een gast. Vandaar ook tractaat = verhandeling, bespreking, verdrag.
J.H. van Dale (1898)
Trachten - (trachtte, heeft getracht), pogen ; zich beijveren, zijn best doen iets te bereiken ; streven (naar): trachten in de wereld vooruit te komen ; ik zal trachten het gedaan te krijgen.
I.M. Calisch (1864)
Trachten, ow. gel. (ik trachtte, heb getracht), pogen; zich beijveren, zijn best doen (om); streven (naar).
Cornelis Kiliaan (1573)
Concipere mente, cogitare, meditari, deliberare: & Niti, eniti, contendere, studere. germ. betrachten: sax. trachten.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel lid van Ensie en geniet van alle voordelen: