Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

terug

betekenis & definitie

Inz. in de schrijft, zeer frequent in de bet.: opnieuw, weer.

Fran had haar plaats in de rij terug'ingenomen, DAISNE 1948, 27.

Het is Opsomer ... die na Anton Bergmann, het Begijnhof terug ontdekt heeft, LIA TIMMERMANS 1962, 31.

Ze spreken over eikaars ervaringen van lukken en terug mislukken, van vallen en terug opstaan,

Vrouw en Wereld dec. 1975, p. 27.

Voor dit bedrijf kan de cirkel van veel verdienen op de rug van de arbeider terug beginnen, Volksmacht 27/8/1976.

De 72-jarige lange afstandswandelaar P.L. is terug gereed om dit jaar voor de vierde keer deel te nemen aan deze afmattende proef, Gazet v. Antw. 28/8/1977.

Eddy Schepers zal even later wegvallen wegens bandbreuk maar ook terug postvatten vooraan, Laatste Nieuws 30/7/1980.

Alles liet voorzien dat de toestand vandaag terug zou genormalizeerd zijn, Gazet v. Antw. 1/8/1980. Ook o.a.: TEIRLINCK 1952, 2, 33. DURNEZ z.j. (± 1958), 87. JONCKHEERE 1967, 56. Gentenaar 19/5/1977.