Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

overheid

betekenis & definitie

In toep. op een met (hoog) gezag bekle(e)d(e) pers. of lichaam: autoriteit; inz. in ’t mv.: college van pers. aan wie enig gezag is opgedragen: autoriteiten.

Verwelkoming der overheden, Feestprogramma Rumstse Volksfeesten 1976, p. 38.

Meer dan de helft van alle verkeersongevallen met kinderen gebeurt op de weg van en naar school. Ouders, school en overheden kunnen en moeten daaraan iets doen, Limburg 26/8/1976.

De overheden tijdens de opening van de sierlijke straatverlichting in de Stapelstraat te St.-Truiden met uiterst rechts de h. K., voorzitter van de Verenigde Handelaars van de Stapelstraat, Limburg 31/8/1976. Telkens wij onze mening te kennen geven aan de verantwoordelijke overheden krijgen wij onveranderd van hogerhand als antwoord dat enz., Touring 7/4/1977, p. 33.

Opm.: In de standaardt. uiteraard wel in de bet.: lichaam waarbij het openbaar gezag berust.