(Syrphidae) vormen een familie uit de orde der Tweevleugeligen, die als larve een zeer verschillende levensloop hebben, doch in volwassen toestand ondanks grote onderlinge verschillen een vrij kenmerkende habitus vertonen. Het zijn overwegend middelmatig grote, vaak levendig gekleurde (gelijkenis met wespen!), kale of behaarde, maar nooit beborstelde, vliegen, die opvallen door hun vermogen om in de lucht te blijven „staan” en telkens met een ruk weg te schieten.
De vliegen zelf zijn bloembezoekers, die de nectar van allerlei ondiepe bloemen oplikken.Van de larven leeft een deel in het water, soms zelfs in sterk verontreinigd water, zoals de Eristalis- en Tubifera-soorten, die ademhalen door een zeer lange, uitschuifbare buis aan het eind van het achterlijf; andere leven in plantencompost of mest (Syriita pipiens). Sommige leven als commensaal of zelfs als parasiet in de nesten van hommels en wespen, terwijl weer andere in planten leven, bijv. de narcissenvlieg (Lampttia equestris), die zeer schadelijk is in narcissenbollen. Een groot aantal ten slotte, behorende tot de onderfamilie Syrphinae, leeft op de bladeren en stengels van allerlei planten waar zij zich voeden met bladluizen en kleine cicaden.