Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

HABITUS

betekenis & definitie

betekent het uitwendig voorkomen; bij de mens bedoelt men er de lichaamsbouw mee, zoals die door de vorm en onderlinge verhouding der voornaamste delen van het lichaam, de ontwikkeling van beender- en spierstelsel, vetlaag enz., wordt bepaald. In de geneeskunde meer in het bijzonder wordt de habitus wel beschouwd als uitdrukking van een bestaan of een voorbeschiktheid van bepaalde lichamelijke afwijkingen.

Men heeft ook verband trachten te leggen tussen lichaamsbouw, karakter en psychische afwijkingen (z constitutietypen).Aan het uiterlijk voorkomen, de habitus, waarvan de medicus zich bij de inspectie van patiënten rekenschap geeft, wordt voor de beoordeling van ziektetoestanden en (of) ziektekansen veel waarde toegekend. Het typische uiterlijk van kinderen met adenoïde vegetaties, de open mond, het slaperige gezicht e.d. (z adenoïde vegetaties) heeft men als habitus adenoïdeus onderscheiden. Het is algemeen bekend, dat gezette, breedgebouwde mensen met opvliegend karakter niet zelden een beroerte (apoplexie) krijgen. Magere individuen met een lange, platte borstkas, een scherpe hoek van de ribben, nauwe borstkasopeningen (de habitus asthenicus of paralyticus van Stiller) worden spoedig er van verdacht te lijden aan tuberculose, niet zelden ten onrechte. Zo is het gebruikelijk geworden om bijv. van een apoplectische, resp. phthysische habitus te spreken. Bij de habitus van Stiller als uiting van een aangeboren algemene lichaamszwakte zijn de klachten van de lijder niet zelden toe te schrijven aan enteroptose*. Omgekeerd mag een goed gewelfde thorax, geen reden zijn om het bestaan van een longtuberculose uit te sluiten.

Het is evenmin juist uit de algemene lichaamsbouw vérgaande conclusies te trekken omtrent de lichamelijke kracht of de geestelijke capaciteiten van het individu en de habitus dus tot een te belangrijke factor bijv. bij de beroepskeuze te maken. Of iemand een beroep zal kunnen uitoefenen hangt van talrijke factoren af, zoals persoonlijke neiging, volharding, wilskracht e.d. Een ogenschijnlijk minder krachtig gevormd spierstelsel bijv. kan tot aanzienlijke prestaties geoefend worden. Van een cerebraal type, dat lui en zonder belangstelling is, zal weinig op geestelijk gebied verwacht kunnen worden. Daarentegen zijn er vele geestelijken en geleerden, die tot het digestieve type behoren. Dit dient men bij de beoordeling op het uiterlijk wel goed voor ogen te houden.

< >