Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

ZUID-WESTSTAAT

betekenis & definitie

(voorlopig officieel: Baden-Württemberg) is de naam van de in 1952 op grond van een op 9 Dec. 1951 gehouden volksstemming tot een „Bundesland” verenigde „Länder” Zuid-Baden, Württemberg-Baden en Württemberg-Hohenzollern. Het land heeft in zijn huidige vorm een oppervlakte van 35 750 km2 en is naar oppervlakte het derde land der Bondsrepubliek Duitsland.

De bevolking telt 6,64 millioen zielen. Hoofdstad van het Land is Stuttgart.Bodemgesteldheid

Voor de bodemgesteldheid, rivieren en klimaat van het vroegere Baden z Baden. Het hieronder volgende heeft betrekking op de voormalige Länder Württemberg-Baden in Württemberg-Hohenzollern, hier verder aangeduid als Württemberg.

Württemberg behoort tot het Zuidduitse hoogland. Het reliëf wordt bepaald door het Zwarte Woud, de Zwabische Jura, de Zwabisch-Beierse hoogvlakte en het Zwabisch-Frankische terrasland. Het Württembergse Zwarte Woud (hoogste punt Katzenkopf 1152 m) beslaat ca ⅓ van het gehele Zwarte Woud; de Zwabische Jura verloopt in ZW-NO-richting. Tussen beide gebergten ligt het vruchtbare Neckargebied, het Zwabisch-Frankische terrasland, uit heuvels, dalen en laagvlakten bestaande. Ten Z. van de Zwabische Jura breidt zich gebied uit, dat deel uitmaakt van de Opper-Zwabisch-Beierse hoogvlakte. In het W. van Württemberg overheerst heuvelland. Heuvelland beslaat 46 pct, bergland 29 pct en laagland 25 pct van de totale oppervlakte.

Rivieren

Württemberg behoort tot het stroomgebied van Rijn en Donau, die het land over een lengte van resp. 382 en 371 km doorstromen. De belangrijkste zijrivier van de Rijn is de Neckar. De Donau doorstroomt het land van Tuttlingen tot Ulm (175 km) doch heeft in de zomer weinig water als gevolg van de zgn. „Donauversickerung”. Zijn voornaamste zijrivieren zijn hier o.m. de Ablach, Rot, Iller, Aach, Lauter en Blau. De belangrijkste meren zijn het Bodenmeer (waarvan 115 km2 bij Württemberg), het Federmeer (1,5 km). Van de ruim 70 minerale bronnen zijn de bekendste de warme bronnen van Liebenzell en Wildbach, koolzuurbronnen van Göppingen en Ditzenbach, ijzerhoudende bronnen van Niedernach en Teinach, bitterwaterbronnen van Mergentheim en de zwavelbronnen van Boll en Sebastiansweiler.

Klimaat

Het klimaat is gematigd; gem. jaartemperatuur 8,3 gr. C.; gem. neerslag 813 mm per jaar. Hagelslag komt veelvuldig voor, vooral in het gebied van Neckar en Donau.

Bevolking

De bevolking bedroeg in 1953 6,64 millioen zielen, waarvan (1950) 50,5 pct Protestanten, 47,1 pct R.Katholieken. Het aandeel van de landelijke bevolking daalt voortdurend; de huidige verhouding platteland : stad is 1:2. Grote steden zijn Stuttgart (529 000 inw.), Mannheim (260 000), Karlsruhe (206 400), Freiburg (121 250), Heidelberg (119 800).

Universiteiten zijn gevestigd te Heidelberg, Freiburg en Tübingen, Technische hogescholen te Stuttgart en Karlsruhe, hogescholen voor muziek en academies voor beeldende kunst te Stuttgart, Karlsruhe en Freiburg, een landbouwhogeschool te Stuttgart-Hohenheim en een Handelshogeschool te Mannheim.

Middelen van bestaan

Van de beroepsbevolking valt 26 pct onder land- en bosbouw, 45 pct in de industrie, 13 pct in handel en verkeer en 16 pct in openbare diensten en vrije beroepen.

LANDBOUW

Voor de landbouw in het voorm. Baden z Baden (1). In Württemberg is ca 50 pct van de grond land- en tuinbouwgrond, 25 pct weide, 20 pct bos en ca 1 pct wijngaarden. Kleinbedrijf treedt sterk op de voorgrond. Graanbouw vindt men vnl. in Boven-Zwaben en in het N.O. van het Jagstdistrict. Peulvruchten (erwten, linzen) worden veel verbouwd, tabak vooral in het Neckardistrict.

Tuinbouw is van belang om Stuttgart, Ulm, Esslingen, Heilbronn en in het Remsdal; wijnbouw vindt men in de dalen van de Neckar en zijn zijrivieren, fruitteelt in het midden en beneden Neckar-dal, in de omtrek van de Mersenberg en in de Zwabische Jura. De bossen bestaan voor ruim 1/3 uit loof- en voor 2/3 uit naaldhout, dit laatste vnl. in het Zwarte Woud en Boven-Zwaben.

INDUSTRIE

De ijzer- en staalindustrie is vnl. geconcentreerd in de zwaartepunten Stuttgart, Heilbronn, Ulm en Mannheim, de chemische industrie bij Mannheim, uurwerk- en fijnmechanische industrie in het Z. Zwarte Woud en in het boven Donaudal, de houtverwerkende industrie in de omgeving van Balingen, in het Laucherdal en in het Zwarte Woud en de textielindustrie in de industrie-driehoek Balingen - Ebingen - Tailfingen. Sterk gespecialiseerde industrieën zijn o.m. de piano- en harmoniumbouw (Stuttgart, Heilbronn), orgelbouw (Ludwigsburg), corsettenfabricage (Stuttgart, Kannstatt en Göppingen). De industrie draagt sterk het karakter van veredelingsindustrie; zij exporteert vnl. kwaliteitsgoederen vooral naar Europese landen: auto’s en machines, uurwerken, instrumenten en textielgoederen. De totale export bedroeg in 1951 D.M. 1843,6 millioen, waarvan D.M. 1264,9 millioen naar Europese landen (hiervan naar Nederland D.M. 127,2 millioen, naar België D.M. 92,4 millioen).

Bestuur

De regering wordt gevormd door de minister-president en een kabinet van 8 ministers. De rechtsbevoegdheden der landsregering zijn geregeld bij de wet van 15 Mei 1952 inzake de voorlopige uitoefening van de staatsmacht. De taak van de Landdag wordt voorlopig door de wetgevende vergadering uitgeoefend. De voorlopige regering kan ingevolge de overgangswetgeving volledig functionneren.

Geschiedenis

Reeds onder de republiek van Weimar bestond het streven, het Zuidwestduitse gebied, bestaande uit de „Länder” Baden en Württemberg en de Pruisische provincie Hohenzollern tot één nieuw land te verenigen. Dit stuitte echter af op verzet van Pruisen. Het bezettingsregime na Wereldoorlog II bracht aanzienlijke veranderingen. Zowel Baden als Württemberg kwamen gedeeltelijk in de Amerikaanse (het N.) en gedeeltelijk in de Franse zone (het Z.) te liggen. Als gevolg werden de Amerikaanse delen van beide landen tot een Land Württemberg-Baden verenigd. Het Franse deel van Baden heette voortaan Zuid-Baden, terwijl het Franse gedeelte van Württemberg werd uitgebreid met Hohenzollern en in het vervolg Württemberg-Hohenzollern was genaamd.

Na de oprichting van de Bondsrepubliek Duitsland, toen de grenzen tussen de zones haar betekenis verloren, traden de plannen tot vereniging van Z.W.-Duitsland in het stadium van verwezenlijking. Bij een proefstemming in Sept. 1950 bleek dat in de beide Württembergen de bevolking dit denkbeeld steunde, doch dat Zuid-Baden de voorkeur gaf aan herstel van de vooroorlogse toestand. In deze geest viel ook het plebisciet van 9 Dec. 1951 uit. Daar van de gezamenlijke kiesgerechtigden der drie landen echter de meerderheid zich vóór een Zuid-West-Staat had uitgesproken, kwam deze toch tot stand. Voorlopig kreeg het Land de naam Baden-Württemberg. Op 9 Mrt 1952 werden de eerste verkiezingen gehouden.

De regering kwam onder liberale leiding en nam in de Bondsraad een neutrale houding aan tegenover Adenauer’s politiek van Europese integratie. Na de grote overwinning van de Bondskanselier bij de Bondsdagverkiezingen van Sept. 1953 werd in Baden-Württemberg een nieuwe regering gevormd, die Adenauer steunde.

< >