of (volgens de Vulgaat) Zorobabel, de zoon van Sealthiël, was een in Babylon geboren kleinzoon van de door koning Nebukadnezar II in de ballingschap weggevoerde Judese koning Jojachin (of Jechonias). Zijn naam betekent dan ook eigenlijk: „Zaad (Spruit) van Babel” (in het Babylonisch: Zêr-Babili).
Wij weten van deze nakomeling uit het geslacht van koning David (vgl. Matth. I : 12) met zekerheid slechts, dat hij -— wellicht als de opvolger van Sezbazzar — tot stadhouder werd aangesteld over de in het jaar 520 v. Chr. teruggekeerde Judese ballingen en dat hij door de profeten Haggai (2 : 22 v.) en Zacharia (3 : 8; 6 : 12) naast de hogepriester Jozua met geestdrift werd begroet als de bevrijder en als de voorloper van de ware „Spruit”: de Messias.Lit.: J. Gabriel, Zorobabel, ein Beitrag z. Gesch. d. Juden i. d. ersten Zeit nach dem Exil (Wien 1927).