Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

YUN-NAN

betekenis & definitie

Chinese prov. in het Z., wordt in het W. begrensd door Birma en in het Z. door Laos en Viet-Nam, groot 399 000 km2, telt (1952) 10 865 000 inw. Het W. wordt door van N. naar Z. gaande ketens (tot 5000 m hoog), die behoren tot het stelsel van Achter-Indië, doorsneden.

In de lengtedalen stromen grote rivieren, nl. de Saloeën, de Me-khong en de Jang-tse-kiang, welke laatste evenwel naar het N.O. afbuigt. Het O. is een kalkachtig heuvelgebied, dat door de Song-khoi en de Sikiang wordt ontwaterd. Door de sterke regenval (veelal stijgingsregen) is de bodem uitgeloogd en daardoor niet vruchtbaar. Van meer belang voor landbouw zijn de soms vruchtbare dalen, vooral die in het Z.W. Hier woont een dicht verspreide bevolking, die thee, tabak en zijde produceert. Voorts wordt hout gekapt en vervoerd naar het Z.O. van China, waar geen boomgroei is wegens de intensieve landbouw. Het district Koetsing bevat naast grote hoeveelheden koper ook goud, zilver, lood, tin, edelstenen en steenkool.

De bevolking is voor het merendeel Chinees. In het hogere W. wonen enige honderduizenden Mohammedanen, die door de Bijmanen en Europeanen „Panthai”, door de Chinezen „Choitsoe” worden genoemd. De taal en het schrift van de Panthai zijn zeer oud en verwant met het Arabisch. Zij belijden de Soennitische Islâm. De hoofdstad is Koen-ming, van waaruit de in Wereldoorlog II aangelegde en zo beruchte Birma-weg naar de Birmaanse stad Lashio loopt.

Yun-nan, vroeger het rijk Tsjin, werd het eerst in 109 v. Chr. met China verenigd, doch was later herhaaldelijk onafhankelijk, totdat het in 1254 door de Mongolen voorgoed werd onderworpen; de Mongoolse dynastie heeft zich in Yun-nan en Sw’tsjwan het langst (tot 1371) staande gehouden. Ook tegen China kwamen de bewoners van Yun-nan telkens in opstand. Toen in 1853 de Mohammedaanse bewoners, ten gevolge van onderdrukkingen door de Chinezen, opstonden, ging tegelijkertijd het gehele gebied voor de Chinezen verloren. Er ontstonden twee rijken, die in 1869 verenigd werden. In 1872 veroverden de Chinezen echter de hoofdstad (toen Ta-lifoe) en herstelden hun heerschappij.

< >