Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

WITTELSBACH

betekenis & definitie

Duits vorstengeslacht, genoemd naar de stamburcht Wittelsbach bij Aichach in Opper-Beieren. Deze familie stamde waarschijnlijk af van Luitpold, neef en veldheer van keizer Arnulf, markgraaf van de Oostmark (gest. 5 Juli 907) ; zij waren hertog van Beieren 907-938, paltsgraven van Schyren of Scheieren 941-1124 en vestigden zich in 1112 op Kehlheim en in 1115 op Wittelsbach.

In 1180 werden de Wittelsbachs —- dank zij keizer Frederik I Barbarossaweer hertogen van Beieren en in 1231 ook paltsgraven aan de Rijn.In 1255 had de eerste splitsing van de bezittingen van het Huis Wittelsbach plaats: de oudste tak kreeg Opper-Beieren en de Palts, de jongste Neder-Beieren. Later hadden nog verscheidene splitsingen plaats. Na de dood van Lodewijk IV (1347)» die ook Rooms keizer geweest was en de huis macht der Wittelsbachs aanzienlijk had uitgebreid, waren er bovendien nog de takken: Beieren-Brandenburg (1323-1373) en Beieren-Holland, die ook in de provincies Zeeland en Henegouwen regeerde (1354-1428). In 1356 had de tak Beieren-Rijnpalts de keurvorstelijke waardigheid gekregen (bij de „Gouden Bul”). Van 1398-1410 was de Duitse koninklijke waardigheid nog eens in Wittelsbachse handen: in die van Ruprecht III, keurvorst van de Palts. De Hervorming verscherpte de bestaande tegenstellingen in het Huis Wittelsbach: de Beierse tak bleef bij het oude geloof, terwijl verscheidene zijlijnen van de Paltsische Luthers werden.

De keurvorstelijke tak werd met Frederik III gereformeerd (1557-1576). De Dertigjarige Oorlog, die in zekere zin in de aan vang een strijd tussen Beierse (Maximiliaan I) en Paltsische (Frederik V) Wittelsbachs was, bracht in 1623 de Palts en de keurvorstelijke waardigheid aan de Beierse tak. De Westfaalse Vrede (1648) gaf echter aan de zoon van Frederik V de Neder-Palts en een nieuw keurvorstendom terug ( Palts, geschiedenis). Van 1654-1718 (1720) bezat een zijlijn van de Paltsische linie, het Huis Palts-Zweibrücken, de Zweedse koningstroon. In 1605 was het keurvorstendom van de Palts aan de tak Beieren-Neuenburg gekomen, die sedert 1613 weer Katholiek was. Dit vergemakkelijkte de verzoening tussen de verschillende Wittelsbachse takken, die in 1724 door keurvorst Karel III Philips tot stand kwam,

In 1777 stierf de Beierse tak uit, waardoor het Huis Palts-Sulzbach (Katholiek sinds 1655 en keurvorsten sinds 1742) te München opvolgde. In 1799 stierf deze tak ook uit, waardoor het Huis Palts-Zweibrücken in zijn rechten trad. Dit geslacht regeerde tot 1918 (sedert 1806 als koningen) over Beieren en de Palts.

Lit.: Häutle, Genealogie des Stammhauses W. (1870); O. Doering, Das Haus W. (1924).

< >