stad in het Engelse graafschap Hampshire, aan de Itching, 18 km ten N.O. van Southampton, met (1951) 25 710 inw., is de oude hoofdstad van Wessex, residentie van de koningen Alfred, Knud en Willem de Veroveraar van Engeland en zetel van een bisschop. In de Middeleeuwen was het een der belangrijkste middelpunten van de lakenindustrie en had grote jaarmarkten (St Gilles Fair).
Het belangrijkste gebouw is de kathedraal, gesticht in 1079. Het koor entransept waren gereed in 1093. Het schip vertoont de overgang van Norman naar Perpendicular Style; het gehele gebouw was eerst in 1486 gereed. Men neemt aan, dat bisschop William of Wykeham, staatsman en architect (1367-1404), bouw heeft ontworpen en geleid. De totale lengte is 560 Engelse voet, de breedte over het transept 208 Engelse voet. Verder is er Winchester college (een in 1387 door Wykeham gestichte public school), een fraaie stadspoort (13de eeuw), de ruïnes van Wolvesley Castle (12de eeuw) en de resten van het door Willem de Veroveraar gestichte kasteel, waarin men de tafel aanwijst, waar volgens de overlevering koning Arthur zich met zijn ridders verzamelde. Een km ten Z. van Winchester ligt het in 1136 gestichte, thans prachtig gerestaureerde Hospital of St Cross.
Lit.: W. L. Woodland, The Story of W. (London 1932). Over de 11de-eeuwse school van W., z miniatuur.