Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Willem van CROY

betekenis & definitie

heer van Chièvres, Beaumont, Aarschot, Heverlee enz., later hertog van Soria, markies van Aarschot en graaf van Beaumont (1458 - Worms 28 Mei 1521), was de derde zoon van Philips, graaf van Porcien en heer van Croy (gest. 14 jan. 1511), en van Jacqueline van Luxemburg (dochter van de connétable van Saint-Pol), en kleinzoon van Anton van Croy (z boven). Zijn eigen huwelijk met Maria van Hamale, weduwe van Adolf van der Marck, bleef kinderloos.

In 1491 werd hij opgenomen in de orde van het Gulden Vlies en aangesteld tot raad en kamerheer van Philips de Schone. In 1497 bekleedde deze hem met het ambt van grootbaljuw van Henegouwen; kort daarop werd hij ook kapitein van een van de vier benden van ordonnantie. Eerst omstreeks de eeuwwisseling kwam Chièvres als staatsman naar voren. In 1500 en 1501 was hij enige malen als gezant in Frankrijk werkzaam om een vergelijk te treffen.

Samen met Frans van Busleyden, aartsbisschop van Besançon, sloot hij 10 Aug. 1501 te Lyon met Lodewijk XIII een verdrag, waarbij het huwelijk van de jonge prins Karel (V) met ’s konings dochtertje Claude werd afgesproken. Van 1501 -1503 was hij tijdens het eerste verblijf van Philips de Schone in Spanje een der zes leden van de regentschapsraad, die de stadhouder - generaal Engelbert van Nassau in de Nederlanden ter zijde stond. De ongenade van de eerste kamerheer Jan van Glymes (Bergen) en de dood van Busleyden en van Nassau (resp. 1502 en 1504) brachten Chièvres nog meer op de voorgrond. Philips riep bij zijn terugkeer hem als raadsman in zijn onmiddellijke omgeving.

Chièvres deed nu afstand van de persoonlijke uitoefening van het ambt van grootbaljuw van Henegouwen, waarover hem evenwel de beschikking werd gelaten (1504), en werd in de plaats daarvan gouverneur van Namen (tot 1509). Als voornaamste vertegenwoordiger van Philips de Schone sloot hij 22 Sept. 1504 te Blois met Lodewijk XII vriendschapsverdragen tussen Habsburg en Frankrijk. Toen Philips ten tweeden male de reis naar Spanje zou aanvaarden, benoemde hij hem tot chef van de financiën en 26 Dec. 1505 tot zijn stadhouder-generaal in de Bourgondische landen. Als landvoogd wist Chièvres op bekwame wijze de Nederlanden neutraal te houden tussen Frankrijk en Engeland en tevens het hoofd te bieden aan de moeilijkheden, die Karel van Gelre veroorzaakte.

In 1507 kwam aan zijn bewind een einde met de komst van Maximiliaan, die na de dood van Philips de Schone voor de tweede keer regent was geworden, en van diens dochter en plaatsvervangster Margaretha van Oostenrijk, officieel landvoogdes in 1509. Tegenover de dynastieke en anti-Franse politiek van Margaretha werd Chièvres de leider van de oppositie, die een goede verstandhouding met Frankrijk wenste. Nadat de vrede van Kamerijk (10 Dec. 1508) een tijdelijke toenadering tot de landvoogdes had teweeggebracht, verkreeg hij een machtige positie naast haar, doordat Maximiliaan hem 18 Mrt 1509 tot gouverneur van Karel V benoemde, als opvolger van Karel van Croy, prins van Chimay.

Chièvres verkreeg, en behield tot zijn dood, grote invloed op de jonge vorst, die hij opvoedde overeenkomstig de tradities van de Bourgondische adel en die hij reeds vroeg aan de staatszaken wende. Sedert Karel V, op aandringen van de Staten Generaal, in Jan. 1515 meerderjarig was verklaard, werd hij als diens grootkamerheer en eerste raad de leider van de Bourgondische staatkunde, die voortaan gericht was op goede betrekkingen zowel met Frankrijk als met Engeland. Hij wist de Frans- en Engelsgezinde partijen in de Nederlanden met elkander te verzoenen, ook Margaretha op zijn hand te krijgen en successen te behalen in Gelre en in Friesland. De dood van koning Ferdinand van Aragon in 1516 opende zowel voor Karel V als voor diens mentor een wijder arbeidsveld.

In 1517 vergezelde Chièvres, die in Dec. 1516 hertog van Soria in het Napolitaanse koninkrijk en groot-admiraal van Napels was geworden, Karel V naar Spanje. Hier maakte hij zich zeer impopulair. Men verweet de almachtige vreemdeling ongehoorde schraapzucht ten koste van het land, een beschuldiging waartoe zijn benoeming tot contador mayor (1518), die hem aan het hoofd van het Castiliaanse financiewezen plaatste, gerede aanleiding gaf. Weinig tactvol was ook de gelijktijdige aanstelling van zijn neef, de jeugdige kardinaal Karel van Croy (gest. 1521), tot aartsbisschop van Toledo en primaat van Spanje.

Karel V verhief eveneens te zijnen behoeve op 18 Nov. 1518 Aarschot tot markiezaat en 31 Jan. 1519 Beaumont tot graafschap. Chièvres spande zich, te zamen met Margaretha van Oostenrijk, zeer in voor de keizerskeuze van zijn vorst. Hij keerde met Karel in 1520 naar de Nederlanden terug en overleed, wel niet ten gevolge van vergiftiging, tijdens de Rijksdag te Worms in 1521. Zijn stoffelijk overschot werd in 1525 bijgezet in de kerk van het door hem gestichte Celestijnenklooster te Heverlee bij Leuven.

Hier had hij zich ook een fraai Renaissance-kasteel laten bouwen, waar Karel V meermalen voor jachtpartijen te gast was geweest. Zijn erfgenaam was Philips (1) van Croy, zoon van zijn oudste broeder Hendrik (gest. 1514).

DR A. G. JONGKEES

Lit.: A. Walther, Die Anfänge Karls V. (Leipzig 1911); G. Dansaert, Guillaume de Croy-Chièvres, dit Le Sage (Bruxelles etc. z.j.).

< >