Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 04-07-2022

Kamerheer

betekenis & definitie

(Cameriere) is de titel van geestelijke en leke functionarissen van het pauselijk hof en ook vaker nog een eretitel door de paus aan sommige geestelijken verleend. De geestelijke Kamerheren worden ingedeeld in vier klassen:

1. de werkelijke Geheim-Kamerheren, vormende het college van de pauselijke ceremoniemeesters, met een prefect aan het hoofd;
2. de buitengewone Geheim-Kamerheren;
3. de Ere-Kamerheren in paars gewaad;
4. de Ere-Kamerheren buiten de stad, nl. Rome.

Allen voeren de titel van Monsignore (Monseigneur).

De leke Kamerheren met degen en mantel zijn drieërlei:

1. de werkelijke Geheim Kamerheren die de pauselijke edelgarde uitmaken;
2. de buitengewone dienstdoende Geheim-Kamerheren met degen en mantel;
3. de Ere-Kamerheren met degen en mantel.

Allen zijn zij de Hofmeester onderworpen. De Kamerheren worden in de Annuario Pontificio vermeld.

< >