Nederlands sinoloog (Gorinchem 28 Mei 1841 - ‘s-Gravenhage 18 Aug. 1915), ontving te Leiden onderwijs in Chinees en Japans. In 1864 werd hij benoemd tot tolk voor de Chinese taal te Pontianak.
Daar verzamelde hij veel materiaal betreffende de Chinese genootschappen. Van 1872-1874 was hij als secretaris-tolk aan de legatie te Peking verbonden. Daarna werd hij in 1887 benoemd tot directeur van het departement van Onderwijs te Batavia en in 1889 tot lid van de Raad van Indië. In 1895 werd hem op verzoek eervol ontslag verleend als vice-president van de Raad van Indië.Bibl.: Manual of Chinese Running Handwriting, especially as it is used in Japan (in samenwerking met St Aulaire, Leiden 1861); Notes on the Malay Archipelago and Malacca, compiled from Chinese Sources (Batavia 1876); Rapport over het Opium-monopolie in Fransch Indo-China (Batavia 1890); De Nederlanders in China (’s-Gravenhage 1898, alleen 1ste dl).