Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

Willem Johannes LEYDS

betekenis & definitie

Zuidafrikaans staatsman (Magelang 1 Mei 1859 - ’s-Gravenhage 14 Mei 1940), was staatssecretaris van de Zuidafrikaanse Republiek van 1889-1898 en haar gezant in Europa van 1898-1902. Hij promoveerde in 1884 te Amsterdam in de rechten en werd daarop door president Kruger uitgenodigd als Staatsprocureur in Pretoria op te treden.

Als hoofd van het Openbaar Ministerie en van de Balie en juridisch adviseur voor de wetgeving deed hij zulk goed werk, dat de Volksraad hem in 1888 verkoos tot Staatssecretaris, hoewel hij pas een jaar later de vereiste leeftijd van 30 jaar bereikte.Als Staatssecretaris met staatsrechtelijke verantwoordelijkheid aan de Volksraad was Leyds samen met president Kruger feitelijk hoofd van de regering. De verantwoordelijkheid voor de gehele administratie des lands rustte op zijn schouders, alle belangrijke aanstellingen liepen over hem en tevens moest hij alle nieuwe wetten voorbereiden. Vooral zijn Mijnwet, ten behoeve van de uit de grond gestampte Transvaalse goudnijverheid, gold als voortreffelijk werk. Hij werd de rechterhand van president Kruger die zelf de grote lijnen aangaf doch de technische uitvoering van bewindszaken aan Leyds overliet. Meer en meer werd Leyds verder de eigenlijke leider van het buitenlands beleid, als de grote tegenspeler van Cecil Rhodes. In i8g2 en in 1896 werd hij met grote meerderheid herkozen.

In 1898 werd Leyds benoemd tot gezant in Europa, een post die sinds de dood van zijn voorganger, Beelaerts van Blokland, onbezet was gebleven. Zo vertegenwoordigde hij de Z.A.R. in de spannende jaren voor en tijdens de Tweede Vrijheidsoorlog in Nederland, België, Frankrijk, Duitsland, Rusland en Portugal. Zijn hoofdkwartier was echter Brussel. Van 1898-1902 was hij het middelpunt van alle bewegingen ten gunste der Boeren. Hij ontwikkelde zeer grote diplomatieke activiteit voor de wapenvoorziening, voor sympathie met de zaak der Boeren en voor mogelijke interventie ten gunste der Boerenrepublieken, hoewel hij voor het uitbreken van de oorlog steeds gewaarschuwd had, dat de Boeren alleen zouden komen te staan. Aan de bemiddelingspoging van dr A. Kuyper, die mede heeft geleid tot de vrede van Vereniging, had Leyds echter part noch deel.

Na 1902 heeft Leyds als ambteloos burger te ’s-Gravenhage zich beziggehouden met apologetische geschiedschrijving ten behoeve van de Boerenrepublieken en met de ordening van de belangrijke archieven die aan hem waren toevertrouwd. Zij bevinden zich thans in het Unie-Archief te Pretoria en heel wat correspondentie eruit heeft Leyds zelf in vier reeksen gepubliceerd. Met grote vasthoudendheid heeft Leyds steeds een zelfstandigheidsbeleid voor de Boeren voorgestaan, dat door de ondergang van hun republieken in 1902 slechts schijnbaar wordt ontzenuwd: de opbloei van de Afrikaanse natie en van de Afrikaanse cultuur in de 20ste eeuw rechtvaardigt achteraf zijn visie. Leyds ontving eredoctoraten van de Universiteit van Pretoria in 1934 en van Stellenbosch in 1939.

PROF. DR M. BOKHORST

Bibl. (voorn. geschriften): De eerste annexatie van de Transvaal (1906); Het insluiten van de Boeren-Republieken (1914); Eenige correspondentie uit 1899 (als manuscript gedrukt) (1919); Tweede Verzameling (Correspondentie 1899-1900, idem, 2 dln, 3 vol. 1930) ; Derde Verzameling (Correspondentie 1900, idem, 2 dln, 1931) ; Vierde Verzameling (Correspondentie 1900-1902, idem, 2 dln, 3 vol., 1934).

Lit.: K. van Hoek, Gesprekke met Dr. W. J. Leyds (Pretoria 1939); P. J. van Winter, Dr. Leyds en Zuid-Afrika (in: Hand. en Levensber. v. d. Mij d. Ned. Lett. te Leiden, 1942).

< >