Noordhollandse badplaats aan de Noordzee, ten N. van IJmuiden, met ca 1500 inw., behoort sedert 1936 tot de gemeente Beverwijk.
Het heette oudtijds „Wyck op (ter) Zee”, wordt voor het eerst in de 14de eeuw genoemd, doch bestond toen vermoedelijk als nederzetting van een vissersbevolking reeds eeuwenlang. In de Middeleeuwen behoorde het tot de grootste dorpen van Kennemerland en lag veel meer zeewaarts dan in onze tijd (geheel ten W. van de tegenwoordige kerk, die uit de 15de eeuw dateert). Door kapers uit Sluis werd het in 1491 geplunderd en gedeeltelijk in as gelegd. Langzamerhand trad achteruitgang in, zodat ca 1800 de bevolking vrijwel geheel van bedelarij leefde. Sinds ca 1865 heeft het dorp zich als badplaats ontwikkeld.
Lit.: H. J. J. Scholtens, Uit het verleden van Midden-Kennemerland (1947), pag. 166-176.