Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

WESTERWOUD

betekenis & definitie

gedeelte van het Rijnse Leisteengebergte, vormt een met steile, vaak rotsachtige hellingen tegen de dalen van de Lahn, Rijn en Sieg afbrekende hoogvlakte.

De hoogste punten, de Salzburger Kopf of Saalberg (654 m) en de Fuchskauten (657 m), liggen slechts 60 tot 80 m hoger dan de omgeving. De uit bazalt bestaande gedeelten van het Westerwoud zijn meest begroeid met bos. elders — en in elk geval boven 500 m — overwegen, meest armelijke, weiden. Veehouderij overweegt; de akkerbouw vindt soms nog in de vorm van een soort veldgrasstelsel (Trieschwirtschaft) plaats; de industrie omvat ijzerwinning en ijzersmelterij in het dal van de Dill. en ceramische industrie in het zgn. Kannenbackerland (Höhr-Grenzhausen). De steden zijn klein en zijn bij een burg ontstaan; de belangrijkste zijn Dillenburg (1946) 9240 inw., Herborn met in 1584 door Jan VI v. Nassau gestichte universiteit in het grafelijk slot (8325 inw.), Hadamar (5425 inw.), Hachenburg (2610 inw.), Westerburg (1850 inw.) en Montabaur (4655 inw.).

< >