(1) is
a. een in het eind der 18de eeuw populair geworden dansvorm in driekwartsmaat. Zij komt in de onderscheiden landen voor in verschillende tempi en met verschillend karakter der passen en bewegingen (z dans, gezelschapsdans);
b. de muziek die dienst doet ter begeleiding van de gelijknamige dans. Voor de historische ontwikkeling z dans, dansmuziek.
(2). Bij de wegenbouw moeten de los uitgespreide materialen voor de fundering (paklaag en steenslag) en de deklaag vast worden samengedrukt. Hiervoor worden zware cylindervormige lichamen, de walsen, gebruikt, die over het samen te persen materiaal worden heen en weer bewogen.
Naar de wijze van voortbewegen onderscheidt men hand- en paardewalsen, stoom- en motorwalsen. Hand- en paardewalsen bestaan uit een enkele cylinder. Paardewalsen zijn geheel verouderd. Handwalsen gebruikt men voor licht werk: rijwielpaden, cementbetondekken, voorwalsen van asfaltdekken.
De stoomwals werd in 1859 door de Franse ingenieur Lemoine geconstrueerd; dit was een zgn. tandemwals bestaande uit twee even grote rollen waarvan de voorste voor de besturing diende en de achterste door de stoommachine werd aangedreven. Later is deze Franse wals verdrongen door het Engelse type, bestaande uit een kleine cylinder vooraan (besturing) en twee grotere rollen achteraan die worden aangedreven. Dit type kwam in het begin dezer eeuw in Nederland in gebruik en is nog geenszins verouderd. Motorwalsen zijn van gelijke constructie als de stoomwalsen, doch worden aangedreven door een motor (meestal een dieselmotor) in plaats van door een stoommachine. Zij zijn pas in de laatste 30 jaar naar voren gekomen. Vooral voor het walsen van bitumineuze wegdekken zijn ze geschikt. Stoomwalsen hebben een gewicht van 5 tot 20 ton, of zwaarder.
Het walsen met de beide hierboven genoemde typen (tandem en driewieler) veroorzaakt bijna altijd golfvorming in het te walsen materiaal, waardoor plaatselijke verdichtingen ontstaan, die de weg minder homogeen maken. Ten einde dit te voorkomen zijn verschillende nieuwe constructies uitgedacht, die alle neerkomen op het gebruik van een derde wiel. De voornaamste daarvan zijn:
De triplexwals, welke 3 gelijke wielen heeft, alle aangedreven. Het middelste wiel is verend omdat het alleen dient om oneffenheden weg te drukken;
De walsen met hulprol van kleine afmeting, die hydraulisch kan worden neergedrukt om plaatselijk een zeer sterke druk uit te oefenen;
De duowals, die 2 achter elkaar geplaatste voorrollen heeft, welke tezamen wendbaar zijn. De afstand van deze rollen kan veranderd worden.