(voorste, eerste of voornaamste; Lat.: princeps) is een algemene aanduiding voor regerende personen. Daarnaast heeft het woord echter een meer technische betekenis, nl. als titel voor de hoge leenmannen van de keizer van het Heilige Roomse Rijk („Reichsfürst”), geestelijke zowel als wereldlijke.
In de 12de eeuw wordt de titel beperkt tot diegenen, die een leen bezaten, dat onmiddellijk van de keizer roerde (vaanleen), en niet leenplichtig waren jegens andere wereldlijke heren. Een bijzondere groep onder deze Rijksvorsten vormden de keurvosten. Na de Dertigjarige Oorlog werd de titel ook wel verleend aan adellijke huizen, die niet tot de oude vorstenstand behoorden. In deze gevallen volgt de titel in rangorde op die van hertog, vóór die van graaf. In het oude Rusland en in Oostenrijk kende men nog de zeer hoge titel van grootvorst.
